6. Inbedrijfneming
-AANWIJZING-
De netspanning dient overeen te komen met de gege-
vens op het typeplaatje.
De snijkanten van het zaagblad zijn
●
scherp.
U kunt letsel oplopen door de
●
snijkanten aan te raken.
Door de beweeglijke delen kunt
●
u letsel oplopen.
Draag werkhandschoenen.
●
Bij het gebruik van verlengsnoeren: gebruik alleen
verlengsnoeren die voor de toepassing toegestaan zijn
en een voldoende diameter hebben. Anders kan ver-
mogensverlies van het apparaat en oververhitting van
het snoer optreden. U dient beschadigde verlengsnoe-
ren te vervangen. Gebruik buiten alleen voor dit doel
goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verl -
engsnoeren.
Aanbevolen minimale diameters en maximale snoer-
lengtes:
Netspanning
Snoerdiameter
1,5 mm
2
2,5 mm
110 –120 V
20 m
40 m
230 V
50 m
100 m
6.1 Het zaagblad inbrengen
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Controleer of het insteekeinde van het gereedschap
schoon is. Zorg er ook voor dat het gebied van de
gereedschapopname altijd schoon is. Gebruik alleen
zaagbladen met een insteekeinde van
3. Draai de vergrendelingshuls van de gereedschapver-
grendeling tegen de klok in en houd hem in deze positie.
4. Druk het zaagblad vanaf de voorkant in de gereed-
schapopname.
5. Laat de vergrendelingshuls los tot deze hoorbaar
inklikt.
6. Controleer of het zaagblad is ingeklikt door eraan te
trekken.
6.2 Het zaagblad verwijderen
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de vergrendelingshuls van de gereedschapver-
grendeling tegen de klok in en houd hem in deze positie.
3. Trek het zaagblad naar voren uit de gereedschapop-
name.
4. Laat de vergrendelingshuls terugglijden.
Printed: 21.08.2013 | Doc-Nr: PUB / 5138031 / 000 / 01
-ATTENTIE-
2
"
1
/
.
2
6.3 Contactschoen instellen
Door de contactschoen in te stellen kan enerzijds de
zaagbladlengte optimaal worden benut en anderzijds de
toegankelijkheid van de hoeken worden verbeterd.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het zaagblad (zie 6.2).
3. Druk de druktoets in om de contactschoen vast te
zetten en houdt de toets ingedrukt.
4. Schuif de contactschoen naar voren of naar achteren
in de gewenste positie.
5. Laat de druktoets los.
6. Controleer of de contactschoen is ingeklikt door eraan
te trekken.
6.4 Adapter voor het zagen van buizen gebruiken
(toebehoren)
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het zaagblad (zie 6.2).
3. Druk de druktoets in om de contactschoen vast te
zetten en houdt de toets ingedrukt.
4. Trek de contactschoen naar voren van het apparaat
af.
5. Schuif de adapter voor het zagen van buizen vanaf de
voorkant in de gewenste positie op het apparaat.
6. Laat de druktoets los.
7. Controleer of de adapter voor het zagen van buizen is
ingeklikt door eraan te trekken.
8. Klemschroeven helemaal openen.
9. Adapter voor het zagen van buizen om de buis leg-
gen en aan de adapter hangen
-Aanwijzing- Tussen het apparaat en de span schroef
dient een hoek van 45° te zijn.
6.5 Zijhandgreep monteren (toebehoren)
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het zaagblad (zie 6.2).
3. Omvat de voorste handgreep van bovenaf met de
adapter en sluit de adapter.
4. Schuif de zijhandgreep van voren over de adapter.
5. Zet de zijhandgreep aan het apparaat vast door aan
de schroef te draaien.
6.6 Zijhandgreep positioneren (toebehoren)
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de schroef op de zijhandgreep los.
3. Breng de zijhandgreep in de gewenste positie.
4. Zet de zijhandgreep aan het apparaat vast door aan
de schroef te draaien.
nl
53