ONDERDELENLIJST
1. Grillplaat
2. Raclette pannetjes
3. Aan/uitschakelaar & indicatielampje
4. Hendel
VOORDAT HET APPARAAT GEBRUIKT WORDT
1.
Controleer of er genoeg ventilatie is rond de raclette.
2.
De raclette dient niet geplaatst te worden op een onbehandelde houten oppervlak. Plaats de raclette op
een vlak en hittebestendig oppervlak.
GRILL
1.
Plaats de raclette in het midden van de tafel.
2.
Steek de stekker in het stopcontact, druk op de schakelaar om het apparaat in te schakelen en het
indicatielampje zal oplichten. Laat het apparaat voorverwarmen voor maximaal 20-30 minuten.
3.
Het apparaat is gereed nadat deze is voorverwarmd.
4.
Snijd het vlees in kleine stukjes om de kooktijd te verkorten. Hak het rauwe vlees en serveer dit op een bord
of houten snijplank, zodat uw gasten kunnen kiezen hoeveel vlees ze op de grillplaat willen koken.
5.
U kunt de raclette pannetjes gebruiken om toast te roosteren, eieren of aardappels te bakken en nog veel
meer.
6.
U kunt het gegrilde vlees serveren met verschillende sausjes, salades of baguette.
Vergeet niet vóór gebruik de grillplaat en pannetjes in te smeren met wat olie.
OPMERKING: laat het apparaat niet langer dan 30 minuten ingeschakeld zonder deze te gebruiken. De grillplaat
zal te heet worden voor optimale kookresultaten. Schakel het apparaat na gebruik uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN
1.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen voordat u het verplaatst en/of
schoonmaakt.
2.
Dompel het apparaat niet onder in water. Alle oppervlakken kunnen schoongemaakt worden met een
schone vochtige doek.
3.
Alle pannen kunnen gewassen worden in water.
4.
Alle pannetjes kunnen in water worden gewassen. Gebruik voor hardnekkige vlekken wat zeep. Plaats de
minipannetjes of grillplaat nooit in de vaatwasmachine.
5.
Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen of scherp keukengerei om de gourmetset schoon te maken.
6.
Maak de binnenkant schoon met een vochtige doek.
DE GARANTIE IS ONGELDIG WANNEER
1.
De bovenstaande punten niet in achtgenomen zijn.
2.
Het apparaat niet goed onderhouden is, er kracht op uitgeoefend is of op een andere wijze beschadigt is.
3.
Er fouten zijn veroorzaakt door het distributiesysteem en.
4.
Wanneer het apparaat gerepareerd of verandert is op een wijze of persoon niet geautoriseerd door ons.
- 5 -