•
Plaats het ademhalingsmasker op uw gezicht (raadpleeg de gebruikshandleiding van het ademhalingsmasker). (Afbeelding 7a)
Controleer de dichtheid van het ademhalingsmasker (raadpleeg de gebruikshandleiding van het ademhalingsmasker).
•
(Afbeelding 7b)
•
Open de kraan/kranen van de fles(sen) volledig (Afbeelding 7c).
Het is in het geval van een verdeelstuk dringend aan te bevelen om beide kranen langzaam te
openen
•
Controleer opnieuw de druk van de fles(sen) door de manometer af te lezen. (Afbeelding 7d)
•
Pal het inademventiel op de Air Klic-aansluiting van het ademhalingsmasker (zie hoofdstuk inademventiel) (Afbeelding 7e).
Het ademhalingstoestel is klaar voor gebruik.
•
(*) Volgens het model:
- Aanspannen door de riemen zijdelings aan te trekken.
- Aanspannen door de riemen naar voor aan te trekken.
Het wordt sterk aanbevolen de aansluiting van het inademventiel te laten controleren door een
andere persoon, die er, erg belangrijk, op moet toezien dat de vergrendelvoorzieningen (Air Klic)
correct zijn vastgeklikt in de aansluitingsgroeven van het masker.
Gebruik
Kijk tijdens de interventie regelmatig op de manometer. Het fluitje treedt in werking wanneer de resterende inadembare lucht een restdruk
van 55 bar bereikt. Het fluitje klinkt totdat alle voor inademing geschikte lucht van de fles verbruikt is.
Verlaat de interventieplaats ten laatste wanneer het alarm in werking treedt. In de veronderstelling
dat het verbruik van inadembare lucht ongeveer 40l/min bedraagt, heeft de gebruiker slechts 10
minuten de tijd om terug in een niet-giftige zone te komen. Deze indicatie wordt slechts ter
voorbeeld gegeven: er moet rekening gehouden worden met het volume van de fles(sen), de plaats
en de interventieaard.
In het geval van moeilijke of dringende situaties (bijvoorbeeld: lichamelijke letsels of
ademhalingsmoeilijkheden) volstaat het voor de gebruiker om, indien hij nood heeft aan extra
inadembare lucht, op de by-passknop van het deksel van het inademventiel te drukken om het
debiet van inadembare lucht die in het masker wordt gebracht te verhogen.
Na de tussenkomst
Koppel het inademventiel los door tegelijkertijd op de knoppen van de Air Klic te drukken terwijl het hoofd lichtjes naar achteren
•
wordt gebogen (zie hoofdstuk inademventiel).
•
Indien er een AERIS-ventiel gebruikt wordt, plaats het mechanisme voor eerste inademing dan in de gesloten positie door zijdelings
op de knop voor eerste inademing te drukken (zie hoofdstuk inademventiel).
•
Bevestig het inademventiel op de drager.
Plaats het ademhalingsmasker op uw gezicht (raadpleeg de gebruikshandleiding van het ademhalingsmasker).
•
•
Sluit de kraan van de fles.
•
Zuiver het circuit geleidelijk aan door op de by-passknop van het inademventiel te drukken.
Maak de borstriem los (indien deze optie aanwezig is)
•
Maak de riem van het rugstuk los.
•
Ontspan de draagriemen door de aanspaninrichtingen naar omhoog te trekken.
•
•
Haal het ademhalingstoestel met perslucht van de rug.
GEBRUIKELIJK ONDERHOUD
Het vullen van de flessen
Het bijvullen van lucht dient conform de geldende voorschriften te gebeuren.
Om met lucht gevuld te kunnen worden, moeten de flessen:
Conform de wetgeving zijn en voorzien zijn van een flesafsluiter die eveneens conform is. Op de romp voorzien zijn van de geldige
•
testdatum en van een geldige stempel van de erkende instelling,
Vrij zijn van gebreken die een risico op ongevallen kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld een defecte flesafsluiter),
•
•
Vrij zijn van zichtbare tekenen van vocht (waterdruppels) ter hoogte van de schroefdraad.
Het vochtgehalte van de voor inademing geschikte lucht is een belangrijk element voor een goede werking van het ademhalingstoestel.
Zorg er dan ook voor dat:
•
De flessen voor inademing geschikte lucht bevatten die voldoet aan de norm EN 12021, waarin bepaalde gegevens voor normale
gebruiksvoorwaarden vermelden, dat wil zeggen bij welke luchtdruk en welke omgevingstemperatuur,
•
De flessen met perslucht worden nooit volledig geleegd,
Indien ze door onoplettendheid volledig leeggemaakt werden, moeten ze zeker drogen. Er bestaan hiervoor speciale droogovens
•
voor flessen,
De flesafsluiters worden onmiddellijk na de interventie gesloten.
•
Wat de opslag en het transport van flessen met perslucht betreft die niet meer verbonden zijn met het ademhalingstoestel, moeten er
andere voorschriften toegepast en gerespecteerd worden:
Ze moeten beschermd worden tegen schokken tijdens het transport en tijdens de opslag,
•
•
In de mate van het mogelijke moeten ze in verticale positie getransporteerd worden (de afsluiter bovenaan),
•
Voor het laden en lossen moeten de flessen indien mogelijk met twee handen gedragen worden,
Neem nooit een fles vast aan het ventiel van de kraan, maar eerder aan de romp van de fles. Hierdoor vermijdt u de afsluiter per
•
ongeluk te openen,
Tijdens het transport of onderhoudswerkzaamheden is het verboden de flessen hard op de grond te gooien, tegen elkaar te stoten
•
en te rollen,
•
Zodra ze opgeslagen zijn, moeten ze beschermd worden tegen eventuele risico's op glijden of omstoten, alsook tegen het risico op
wijziging van de opslagomstandigheden.
Gooi nooit een ademhalingstoestel met perslucht bruusk op de grond
NL-4