nl Opslaan en afvoeren
Apparaatzelftest uitvoeren
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 116
Het apparaat na ca. 5 minuten op-
2.
nieuw inschakelen. → Pagina 116
Binnen 10 seconden na het in-
3.
schakelen
seconden ingedrukt houden.
a De apparaatzelftest start.
a Tijdens de apparaatzelftest weer-
klinkt tussendoor een lang akoes-
tisch signaal.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 2 akoestische signalen
weerklinken en de temperatuurindi-
catie de ingestelde temperatuur
toont, is uw apparaat in orde. Het
apparaat gaat over op de normale
werking.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 5 akoestische signalen
weerklinken en
seconden knippert, contact opne-
men met de service.
Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier
waarop u het apparaat voorbereidt
voor de opslag. Daarnaast leggen we
u uit hoe u oude apparaten dient af
te voeren.
Apparaat buiten gebruik stellen
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 116
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Het apparaat ontdooien.
3.
→ Pagina 118
Het apparaat reinigen.
4.
→ Pagina 119
124
gedurende 3 tot 5
gedurende 10
Om de ventilatie van het interieur
5.
te waarborgen het apparaat geo-
pend laten.
Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen op-
nieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat
opsluiten en in levensgevaar gera-
ken.
Om te voorkomen dat kinderen in
▶
het apparaat kruipen legplateaus
en lades niet uit het apparaat ne-
men.
Kinderen uit de buurt van een af-
▶
gedankt apparaat houden.
WAARSCHUWING
Risico van brand!
Bij beschadiging van de leidingen
kunnen brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen ontsnappen en
ontsteken.
De buizen van de koudemiddel-
▶
kringloop en de isolatie niet be-
schadigen.
De stekker van het netsnoer uit het
1.
stopcontact trekken.
Het netsnoer doorknippen.
2.
Het apparaat milieuvriendelijk af-
3.
voeren.