Montage zwenkwielen
A
Sluitsnapschoot openen den de motorkop afnemen .
De vergaarbak met de opening naar beneden
B
neerzetten . Eerst de zwenkwielen in de door het getal
4 gekenmerkte boringen steken, daarna tot de aanslag
indrukken .
Droogzuigen
Na een voorafgaand natzuigen moet het apparaat
absoluut droog zijn; ook de slang of buis eventueel
vooraf drogen .
Nooit zonder of met beschadigde filters
droogzuigen!
C
Gebruik bij de papieren filterzak bovendien het
kegelfilter (17) . Op die manier bereikt u de hoogste
stofdetentiecapaciteit . Het kegelfilter (17) op de
onderkant van de motorkop (2) plaatsen . Al naar
gelang het model op pos . 1 of 2 met de draaiklemmen
vergrendelen . Bij sterke vervuiling of zwakker wordende
zuigcapaciteit kan het kegelfilter (17) met helder water
zonder toevoeging van was- en reinigingsmiddelen
gewassen worden . Let er daarbij a .u .b . op dat het filter
bij de volgende zuigbeurt volledig droog is .
D
De filterzak stevig op de toevoeropeningen bevestigen
en tegen de wand van de bak aandrukken .
E
Motorkop opzetten en sluisnapschoot sluiten .
F
Zuigslang aansluiten . Voor het afnemen de
zuigaansluiting opzij draaien en eruit trekken .
Monteert U de gewensde toebehoren .
Netstekker aansluiten .
Apparaat met IN/UIT-schakelaar (5) inschakelen .
Met de zuigkrachtregeling (10) laat zich de zuigkracht
veranderen .
– Nevenbeluichtingsklep gesloten = volle zuigkracht
– Nevenbeluichtingsklep geopend = verminderde zuigkracht
Natzuigen
Voor het nat zuigen steeds de ingeplaatste
filtermodule (afb. C+D) verwijderen, omdat
deze anders onklaar wordt gemaakt (voor
het afnemen van de motorkop absoluut de
stekker uit het stopcontact halen).
Vloeistoffen uit reservoirs of bekkens kunnen rechtstreeks met
de zuigslang resp . de zuigbuizen worden opgezogen .
De vlotterklep (18, Afb . E) steeds schoon en gangbaar houden .
Zij onderbreekt automatisch het aanzuigen zodra het reservoir
vol is .
Na het zuigen eerst de zuigbuis uit de vloeistof tillen, zuigbuis
en slang naar boven houden om het uitlopen van vloeistof te
voorkomen en dan pas de motor uitschakelen .
Na beeindiging van het natzuigen het apparaat en de
gebruikte toebehoren reinigen en drogen .
Hulp bij eventuele storingen
Indien Uw apparaat tegen alle verwachtingen eens niet
tevredenstellend functioneert, hoeft U niet dadelijk de
klantenservice in te schakelen . Controleert U alstublieft
vooreerst, of de storing slechts kleine oorzaken heeft:
Wanneer gedurende het zuigen stof vrijkomt:
• Is het filtersysteem juist bevestigd en zonder defect?
• Werd een originele THOMAS-filter gebruikt?
Wanneer de zuigkracht geleidelijk verzwakt?
• Zijn de filterporiën door fijn stof verstopt?
• Is de papieren filterzak vol?
• Zijn mondstuk, verlengingsbuis of zuigslang door vuil
verstopt? (Zuigslang bij ingeschakeld apparaat uit elkaar
trekken – uitrekking lost de verstopping) .
Als de zuigkracht plotseling terugloopt:
• Heeft de vlotterklep de aangezogen lucht gestopt? (Dit kan
gebeuren bij extreem schuine plaatsing of bij omkiepen van
het apparaat) .
Wanneer bij het zuigen water uit de
uitblaasopeningen van het apparaat komt:
• Is de zuigreservoir vol?
Wanneer de motor niet loopt:
• Zijn kabel, stekker en contactdoos intact?
• Voor controle de stekker trekken .
• Nooit zelf de motor openen .
Klantenservice
Wenst U zich aan Uw vakhandelaar, die U zo nodig ook
graag het adres of telefoonnummer van de voor U bevoegde
THOMAS-klantenservice meedeelt .
Geeft U daarbij altijd de gegevens op het typeplaatje van Uw
stofzuiger aan .
Voor de instandhouding van de veiligheid van het
apparaat mag U reparaties, vooral aan stroom-
voerende delen, alleen door een elektro-vakman
laten uitvoeren. In geval van storing moet U zich
daarom direct aan Uw vakhandelaar of direct aan
de THOMAS klantenservice wenden.
De contactgegevens vindt u aan de ommezijde.
11