5.0 IN BEDRIJFSTELLEN
BELANGRIJK: Overtuig u ervan dat
iedere gebruiker van dit hydraulisch
gereedschap volledig begrip heeft van
alle instructies, veiligheidsvoorschriften, waar-
schuwingen en de werking van deze apparatuur om
onjuist gebruik te voorkomen. Raadpleeg uw
leverancier indien u twijfelt omtrent juist gebruik,
de toepassing en (plaatselijke) voorschriften.
5.1 Bevestiging van de pompen PL - serie R
Gebruik vier schroeven of bouten M10 (worden niet
meegeleverd).
Maten voor de opstelling van de pompen
PL - serie F
In figuur 3 hieronder en in de bijgaande tabel staan
de belangrijkste maten waar u rekening mee moet
houden tijdens het opstellen van de pompen.
5.2 Aansluiting van de pomp
1. Schroef de slang of het koppelstuk in de opening
van de pomp.
2. Plaats bij wijze van voorzorgsmaatregel en om
de druk gemakkelijker te kunnen bewaken een
manometer op de leiding die uit de pomp komt.
3. Sluit de slang(en) aan op de hydraulische
cilinder of op het gereedschap.
Opmerkingen: De pompen van het type PL - serie F
worden geleverd met een O-ring die op het reservoir
wordt gemonteerd voor een goede lekdichtheid op
het koppelingspunt.
5.3 Beluchting van de pomp
Pomp PL - serie R:
Pomp PL - serie F:
Beluchte pompen leveren betere prestaties.
5.4 Positie van de pomp
Pomp PL - serie R
horizontaal: bevestigingen "wijzen" naar beneden.
verticaal: reservoir wijst naar beneden.
Pomp PL - serie F:
6.0 WERKING
6.1 Alvorens de pomp te gebruiken
1. Controleer alle koppelingen en aansluitingen van
het circuit zodat u weet of deze goed en lekdicht
zijn.
2. Controleer het oliepeil in het reservoir voordat u
de pomp in gebruik neemt. Zie ook § 7.1 en 7.4
over het bijvullen en aftappen van olie.
belucht.
beluchting op het reservoir.
beluchting op het reservoir.
VOORZICHTIG: Plaats nooit een
verlengstuk op de hendel van de pomp.
Hierdoor kan de werking nadelig worden
beïnvloed.
LET OP: Het kan gebeuren dat de
hendel van de pomp bruusk terugslaat.
Blijf daarom altijd aan de zijkant van de
pomp staan, buiten bereik van de hendel.
Opmerking: Om de kracht die u op de hendel moet
uitoefenen te verminderen, kunt u met kleinere
slagen pompen. Het grootste effect van de hendel
zit in de laatste 5 graden van de slag van de
hendel.
Enkelwerkende toepassing met ontlastklep
1. Draai de ontlastklep naar rechts om deze te
sluiten.
VOORZICHTIG: Draai de ontlastklep
UITSLUITEND met de hand dicht. Indien
u hiervoor gereedschap gebruikt, kan de
kraan beschadigd raken en kan de pomp
slecht gaan werken.
2. Met de hendel van de pomp voert u de druk op
in het hydraulisch circuit. Deze druk blijft
gehandhaafd totdat de ontlastklep open wordt
gedraaid.
3. Draai de ontlastklep open (naar links) om de
druk eraf te laten en de olie terug te laten
stromen naar het reservoir.
6.2 Drukbegrenzing
De pompen zijn niet voorzien van een interne
drukbegrenzer. De druk moet begrensd door een
externe drukbegrenzer of door de maximale druk
die de gebruiker op de pomp uitoefent (± 40 kg).
6.3 Ontluchting
Wanneer het circuit ontlucht is, kan de cilinder-
zuiger zonder horten en stoten bewegen.
6.4 Gebruik van pomp en enkelwerkende
cilinder:
1. Belucht het reservoir van de pomp (alleen bij
beluchte pompen) en sluit de ontlastklep.
2. Plaats de pomp hoger dan de cilinder.
3. Plaats de cilinder met de kant waar de zuiger zit
naar beneden (of naar boven bij een
trekcilinder).
4. Ga nu pompen totdat de cilinder helemaal "uit" is
(of helemaal "in" bij een trekcilinder).
5. Zet de ontlastklep open om de cilinder "in" te
laten gaan (of helemaal "uit" bij een trekcilinder).
34