Handleiding
WAT IS MIDI
Het MIDI interface (Musical Instrument Digital Interface, ofwel digitale koppeling van
muziekinstrumenten) is een standaard die het mogelijk maakt dat instrumenten van verschillende modellen
en merken met elkaar communiceren waarbij speciale afspraken over de te gebruiken codes zijn gemaakt.
MIDI communicatie maakt het dus mogelijk om twee (of meer) instrumenten tegelijk te bespelen, waardoor
het "volle" effect van een ensemble van instrumenten ontstaat. MIDI instrumenten kunnen als een eenheid
samenwerken, waardoor veel meer veelzijdige mogelijkheden ontstaan dan bij losse instrumenten.
Om deze communicatie mogelijk te maken zijn alle MIDI instrumenten uitgerust met twee of drie 5-pens
DIN-connectors, die als volgt worden onderscheiden:
-
MIDI IN: de aansluiting waarmee het instrument MIDI data ontvangt die door andere MIDI
instrumenten zijn verzonden
-
MIDI OUT: de aansluiting waarmee het instrument zelf geproduceerde MIDI data verzendt naar
andere MIDI instrumenten
-
MIDI THRU: deze aansluiting, die overigens niet op alle MIDI instrumenten aanwezig is, wordt
gebruik om meerdere MIDI instrumenten onderling door te verbinden ('door te lussen'). De verzonden
MIDI data zijn volledig gelijk aan de via de betreffende MIDI IN aansluiting ontvangen data.
De meeste instrumenten die uitgerust zijn met een MIDI interface, verzenden MIDI boodschappen via de
MIDI OUT connector die, bij voorbeeld, specificeren welke noot werd gespeeld en met welke
aanslagdynamiek. Wanneer deze connector is verbonden met de MIDI IN connector van een ander MIDI
instrument, zoals een expander, dan zal dit instrument op dezelfde wijze de noten spelen als gebeurt op
het instrument dat de MIDI data verzond. Deze informatieoverdracht kan ook worden gebruikt om de
gespeelde noten als een reeks van MIDI boodschappen op te slaan. Een "Sequencer" is een apparaat dat
hiervoor wordt gebruikt (sequence = volgorde, reeks). Ook een bespeling van de Vivace kan via MIDI
permanent opgeslagen worden in zo'n Sequencer en op elk moment weer op precies dezelfde wijze ten
gehore worden gebracht. De MIDI procedure maakt het mogelijk om door slechts één verbindingskabel
een grote hoeveelheid digitale data worden door te gegeven. Hiertoe worden meerdere MIDI kanalen
gebruikt. Er zijn in totaal 16 MIDI kanalen beschikbaar en net als bij radio-communicatie kunnen twee
stations alleen met elkaar 'praten' wanneer zij op dezelfde golflengte of op hetzelfde kanaal zijn afgestemd.
Op dezelfde wijze kunnen twee onderling verbonden MIDI instrumenten alleen maar informatie uitwisselen
als het zend-instrument (transmitter) en het ontvang-instrument (receiver) op hetzelfde MIDI kanaal zijn
afgesteld. MIDI boodschappen kunnen in twee hoofdgroepen worden verdeeld: de Kanaalboodschappen
(Channel messages) en de Systeemboodschappen (System messages). Hieronder volgt een korte
beschrijving ervan:
KANAALBOODSCHAPPEN (CHANNEL MESSAGES
Deze boodschappen heeft het ontvangende keyboard of geluidsgenerator nodig om de juiste toon te reproduceren. Zodra een
toets wordt ingedrukt, wordt er een Note-on (toets-is-ingedrukt) boodschap geproduceerd en als deze toets wordt losgelaten
een Note-off (toets-is-losgelaten) boodschap. Behalve het toetsnummer (een code voor de naam van de gespeelde noot)
worden in deze Note-on en Note-off boodschappen ook de toetsdynamiek (de snelheid van het neerdrukken resp. loslaten van
de toets) als code meegezonden.
De NOTE ON boodschap wordt onmiddellijk verstuurd na het indrukken van een toets en bevat de volgende informatie:
Note On [Noot Aan]: informatie over wanneer werd een toets ingedrukt;
Note Number [Nootnummer]: code van de ingedrukte toets en dus van de gespeelde noot;
Velocity [Snelheid]: een maat voor de kracht, de snelheid waarmee de toets werd ingedrukt.
De nummers voor de toetsen lopen van 0 tot 127, waarbij de centrale C wordt gerepresenteerd met het nummer 60.
Viscount Vivace 40 Deluxe - 40 - 30 Deluxe - 30 - 20
8. MIDI
63