Lucht circuleren
KOELEN
Wanneer het apparaat in deze functie is ingesteld kunt u de volgende handelin-
gen verrichten:
•
Met de
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
Laagste snelheid
Middelste snelheid
Hoogste snelheid
Auto Automatische snelheid
In de stand "AUTO" zal de ventilator snelheid automatisch in toerental afnemen / toe-
nemen afhankelijk van de ingestelde gewenste ruimte temperatuur en de werkelijke
ruimte temperatuur.
•
Met de knoppen
16°C en 30°C). Het display toont deze instelling.
G
Het hangt van de omgevingscondities af of de gewenste temperatuur
ook werkelijk bereikt kan worden: Het is normaal wanneer de kamer
temperatuur boven de "set temp" blijft.
ONTVOCHTIGEN
Als het apparaat (vrijwel) uitsluitend als ontvochtiger wordt gebruikt, breng dan
niet de luchtafvoerslang aan en laat de warme lucht terugstromen in de te ont-
vochtigen ruimte. U dient wel een waterafvoerslang op de afvoer aan te brengen.
Zie hiervoor hoofdstuk I.
BEDIENING ONTVOCHTIGING
Door op de
toets op de afstandsbediening of op de MODE (FUNCTIE) toets van
het controlepaneel te drukken selecteert u de ontvochtigingsfunctie. De ventilator
werkt dan op de laagste snelheid.
Het ontvochtiger lampje gaat branden en blijft aan terwijl het apparaat ontvoch-
tigt.
LUCHTCIRCULATIE
In deze functie zal het apparaat alleen de lucht circuleren. De ingaande lucht
wordt niet gekoeld of ontvochtigd, maar wel gefilterd.
Als het apparaat in deze functie ingesteld is kunt u de volgende handelingen ver-
richten:
•
Met de
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
Laagste snelheid
Middelste snelheid
Hoogste snelheid
Auto Automatische snelheid
4
Bij het uitschakelen van het apparaat zal de laatst ingestelde functie worden ont-
houden.
en
wordt de gewenste temperatuur ingesteld (tussen
1
131
131