er zeker van te zijn dat ze niet
met het apparaat spelen.
Het schoonmaken en het on-
•
derhoud van het toestel door
kinderen moet steeds onder
toezicht van een volwassene
gebeuren.
Het apparaat niet opbergen als
•
het nog warm is. Laat het af-
koelen alvorens het op te vou-
wen.
Inspecteer het apparaat regel-
•
matig op tekenen van slijtage
of schade. Indien men zulke te-
kenen waarneemt, of wanneer
het apparaat niet of niet correct
functioneert, breng het appa-
raat naar een erkende Techni-
sche Hulpdienst alvorens het
weer aan te zetten.
Wanneer men het apparaat
•
niet gebruikt moet men het op-
bergen volgens de aanwijzin-
gen onder "Het apparaat als
volgt opbergen wanneer men
het niet gebruikt".
Steek er geen spelden in.
•
Plaats geen voorwerpen op
•
het apparaat tijdens de opslag,
aangezien het kan indeuken.
Gebruik het apparaat niet wan-
•
neer het vochtig is
Verwijder de bediening voor
•
reiniging. De bediening moet
nooit in water ondergedompeld
worden
Als het netsnoer beschadigd
•
is, moet het worden vervan-
gen. Breng het apparaat naar
een erkende Technische ser-
vice. Probeer het apparaat niet
zelf te repareren om mogelijke
brand of kortsluiting te voorko-
men.
Controleer dat de spanningsgegevens op het
•
typeplaatje overeenkomen met die van het
stroomnet alvorens het apparaat erop aan te
sluiten.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact van
•
minimaal 10 Ampère.
De stekker van het apparaat moet geschikt zijn
•
voor het stopcontact. Wijzig de stekker niet.
Gebruik geen adapters.
Het stroomsnoer niet forceren. Het snoer nooit
•
gebruiken om het apparaat op te tillen, te
transporteren of om de stekker uit het stopcon-
tact te trekken.
Wikkel de elektriciteitskabel niet om het appa-
•
raat.
Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet gespan-
•
nen is of in contact komt met de hete opper-
vlakken van het apparaat.
Controleer de staat van de elektriciteitskabel.
•
Kapotte kabels of kabels die in de war zijn ver-
groten het risico van elektrische schokken.
De stekker niet met natte handen aanraken.
•
Het apparaat niet gebruiken wanneer het snoer
•
of de stekker beschadigd is.
Als één van de delen van de behuizing van het
•
apparaat kapot gaat, het apparaat onmiddellijk
uitschakelen om elektrische schokken te ver-
mijden.
Het apparaat niet gebruiken wanneer het ge-
•
vallen is, wanneer er zichtbare schade is, of
indien het lek is.
Sluit het apparaat nooit aan op een program-
•
meur, timer of een ander mechanisme dat het
apparaat automatisch inschakelt.
Het apparaat niet aan regen of vochtigheid
•
blootstellen. Water dat in het apparaat komt
vergroot het risico van een elektrische schok.
NL