WerkinG - Algemeen
Het apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijke
doeleinden, niet voor professioneel gebruik.
1. Ventilatorvinnen
2. Ventilatorkorf
3. Motorhuis
4. Draaivergrendeling
5. Stopknop
6. Snelheidsknoppen
7. Snoer met stekker
8. Statief
WerkinG - Vóór het eerste gebruik
Haal de ventilator uit de verpakking.
WerkinG - Ventilator monteren
1. Draai de bevestigingsring los van de as.
2. Plaats de achterkant van de ventilatorkorf (4) op het motorhuis (6), met de uitsparingen precies over
de nokken van het motorhuis en het handvat aan de bovenkant.
3. Plaats de bevestigingsring (3) op de as (5) en draai deze goed vast (rechtsom).
4. Schuif de ventilatorvinnen (2) op de as met de uitsparingen precies over de twee nokken van de as.
5. Op de voorkorf zitten klemmen. Leg de bovenste klem zorgvuldig om de achterste ventilatorkorf, zodat
u de korfdelen met de schroef en het moertje (12) aan elkaar kunt bevestigen. Draai de schroef met
een kruiskopschroevendraaier aan.
6. Sluit de overige klemmen.
WerkinG - Ventileren
1. Plaats de ventilator op een vlakke ondergrond,
bijvoorbeeld een tafelblad.
2. S tel de gewenste richting van de luchtstroom
in (zie figuur 2). U kunt de ventilator:
a. r echt vooruit (situatie a) of iets naar
beneden richten (situatie b). Draai de
ventilatorkorf en het motorhuis verticaal in
de gewenste stand.
b. v an links naar rechts laten bewegen
(in een hoek van 90°). U ventileert een
groot gedeelte van de ruimte. Druk de
draaivergrendeling op het motorhuis
volledig in.
c. s til laten staan tijdens het ventileren. U ventileert op één plek.
Trek de draaivergrendeling uit, totdat u 'klik' hoort.
3. Stop de stekker in het stopcontact.
4. S tel de ventilator in werking door een van de drie snelheidsknoppen in te drukken.
a. Stand '1', de ventilator draait langzaam.
b. Stand '2', de ventilator draait normaal.
c. Stand '3', de ventilator draait snel.
5. Stop de ventilator door op de stopknop (stand '0') in te drukken.
Gebruikershandleiding
2
8
5
6
a
b
4
1
4
3
7