verwijderd, vooral als de metingen in oplossingen uitgevoerd worden, die chemische
stoffen bevatten. Er moet voor worden gezorgd dat de sensormembraan niet door krassen
wordt beschadigd.
6.2 Bewaren
6.3 Vervangen van de sensormembraan
De sensormembraan moet vervangen worden, wanneer:
• De membraan beschadigd is (chemisch, mechanisch)
• Er geen stabiele meetwaarden zijn
• De levensduur van de membraan overschreden is
Ook als er geen chemische of mechanische beschadigingen voordoen, moet de sensormem-
braan na 2 jaar worden vervangen, om nauwkeurige metingen te verkrijgen (artikelnummer
zie toebehoren).
Uitvoering:
Om de membraankap te vervangen, wordt de oude membraankap met de wijzers van de
klok mee gedraaid, om deze van de sensor los te maken.
Controleer of de O-ring op de membraan correct gepositioneerd is en niet vervormd is (zie
hieronder). De schroefdraad moet met een beetje smeervet worden ingesmeerd. Wanneer de
O-ring beschadigd is, deze ook vervangen. Deze wordt meegeleverd met de nieuwe sensorkap.
De nieuwe sensormembraan uit de verpakking nemen en zowel aan de binnen- en buitenkant
controleren, of deze volledig droog en schoon is. Zo niet, gebruik dan een lensreinigingsdoekje
voor het reinigen resp. drogen (zie toebehoren).
De nieuwe sensormembraan wordt op de sondepunt geplaatst en tegen de wijzers van klok
in vastgeschroefd. Gelieve alleen met de hand vast te schroeven, omdat deze anders kan
gaan lekken of zelfs breken. Vervolgens wordt de sensor als in punt 6.2 Bewaren beschreven
opgeslagen. De bij de nieuwe sensormembraan geleverde micro SD-kaart wordt in de geheu-
116
Buiten de metingen wordt sterk aanbevolen om de zuurstofsensor in
de meegeleverde opslagfles in een vochtige omgeving op te slaan.
Voor korte opslagtijden, tot een week resp. tussen de metingen, kan de
sensor in zuiver water of in water verzadigde lucht worden bewaard.
Voor langere opslagperioden moet de sensor in de voorraadfles, die een
spons bevat, vochtig worden opgeslagen. Om een verontreiniging van
de spons te voorkomen, wordt een hygiënische werkwijze aanbevolen
en het gebruik van gedestilleerd water. Er moet regelmatig worden
gecontroleerd, dat de spons niet uitdroogt.
Als de sensor toch een keer droog wordt opgeslagen, kunnen bij de
volgende meting verschillende meetwaarden zijn. De sensor moet weer
gehydrateerd voor gebruik en eventueel opnieuw gekalibreerd worden.
SD_400 Oxi L_4a 01/2021