7. Problemen en oplossingen
Probleem
Power LED licht niet op. 1. Geen voeding.
Alarm LED licht niet op
als de straal
onderbroken wordt.
Alarm LED licht
voortdurend op.
Regelmatige valse
alarmsignalen.
8. Technische Specificaties
Maximum bereik (buiten)
Maximum range (binnen)
Stroomverbruik
Voeding
Detectiesysteem
Vertraging
Alarmuitgang
Anti-tamper uitgang (Tx & Rx) droog contactrelais: NC ; contactcapaciteit: 1A / 120V AC
Alarm LED (ontvanger)
Signaal LED (ontvanger)
Power LED (beide)
Laser golflengte
Laser uitgangsvermogen
IP rating
Hoek afregeling
Werktemperatuur
Totaal gewicht
Materiaal behuizing
Afmetingen (BxHxD)
Voor meer informatie omtrent dit product, zie www.velleman.eu.
De informatie in deze handleiding kan te allen tijde worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
PEM300D
Mogelijke oorzaak
2. Slechte bedrading.
1. Geen voeding.
2. Slechte bedrading.
3. Straal wordt via een voorwerp
weerkaatst naar de ontvanger.
4. De 2 stralen worden niet tegelijkertijd
onderbroken.
5. De straalonderbreking duurt korter dan
de ingestelde vertraging.
1. Afstelling is ontregeld.
2. Voorwerp tussen de toestellen.
3. Sensors zijn vuil.
1. Slechte bedrading.
2. Onstabiele voeding.
3. Voorwerp tussen de toestellen.
4. Elektronische storingbron in de buurt.
5. Onstabiele installatie van toestellen.
6. Sensors zijn vuil.
7. Afstelling is ontregeld.
8. Kleine dieren onderbreken de stralen.
30m / 100ft
60m / 200ft
36mA
10~30V DC
Simultane onderbreking van 2 stralen
50ms~700ms (regelbaar)
contactcapaciteit: NC/NO 1A / 120V AC
rode LED - AAN wanneer de toestellen niet op elkaar afgesteld staan of de straal
onderbroken wordt.
gele LED - AAN als het signaal van de ontvanger zwak is of onderbroken wordt.
groene LED - AAN geeft aan dat het toestel onder stroom staat
650nm
≤ 5mW
IP-55
horizontaal ±90° ; verticaal ±15°
-25°C (-23°F) tot +55°C (+131°F)
1.1kg
PC hars
74 x 170.5 x 72mm
1. Verbind de stroomdraden.
2. Controleer en herstel de bedrading.
1. Verbind de stroomdraden.
2. Controleer en herstel de bedrading.
3. Verwijder het voorwerp of verander de
richting van de stralen.
4. Regel de richting van de stralen zodat ze
samen onderbroken worden.
5. Stel een kortere vertraging in.
1. Stel de toestellen opnieuw af.
2. Verwijder voorwerp of verplaats toestellen.
3. Reinig de sensors met een zachte doek.
1. Controleer en herstel de bedrading.
2. Stabiliseer de voeding.
3. Verwijder voorwerp of verplaats toestellen.
4. Verwijder storingbron of verplaats toestellen.
5. Stabiliseer installatie van de toestellen.
6. Reinig de sensors met een zachte doek.
7. Stel de toestellen opnieuw af.
8. Stel een langere vertraging in.
8
Oplossing
VELLEMAN