Hetzelfde is ook van toepassing voor zaagsel, de zaagselafvoer moet
vrij worden gehouden.
Laat het achterwege, alle gedeeltes of andere onderdelen van het
werkstuk bij draaiende machine uit het snijbereik te verwijderen, tenzij
u gebruik maakt van een schuifstok.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
reparatiewerkzaamheden
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
verhelpen van storingen (daar hoort ook het
verwijderen van vastzittende splinters bij)
controle van de aansluitleidingen, of deze verstrengeld of
beschadigd zijn
transport van de machine
het wisselen van het zaagblad
het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd).
Onderhoud uw machine zorgvuldig:
Houdt de werktuigen scherp en schoon, om beter en veilig te
kunnen werken.
Volg de onderhoudsvoorschriften en de instructies omtrent voor
de werktuigwissel op.
Hou de handgrepen vrij van vet en olie.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet zorgvuldig
worden onderzocht of de beschermingsvoorzieningen en licht
beschadigde onderdelen foutloos en volgens de voorschriften
functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine goed
functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten correct gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen
om een optimale werking van de machine te garanderen.
Beschadigde bescherminrichtingen en delen moeten, indien
noodzakelijk, door een erkende reparatiewerkplaats gerepareerd
of verwisseld worden. Met uitzondering indien in de
gebruiksaanwijzing anders aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te worden
vervangen.
Laat geen sleutels steken!
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en
instelgereedschappen verwijderd zijn.
Bewaar ongebruikte apparaten op een droge, afgesloten plaats
buiten de reikwijdte van kinderen op.
Maakt u zich bekend met de veilige manier van handelen voor het
reinigen, onderhouden en regelmatig verwijderen van spaanderen en
stof om brandrisico´s te voorkomen.
Er dient te worden gewaarborgd, dat gedurende de gehele
voorzienbare levensduur de machine inclusieve haar onderdelen
gedurende het transport, de montage, de buitengebruikname en het
verschrotten niet op ongecontroleerde manier kan kantelen, omvallen
of zich bewegen.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F) zijn, met een
draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een spanningsverlies. De
motor bereikt zijn maximaal vermogen niet meer, de werking van het
apparaat wordt gereduceerd.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit rubber,
zacht PVC of een ander thermoplastisch materiaal van dezelfde
mechanische vastheid zijn of met dit materiaal zijn gecoat.
Beschermt u zich tegen elektrische slag. Raak geen geaarde delen
aan.
De stekkervoorziening van de aansluitleiding moet tegen spatwater
beveiligd zijn.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.
78
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet geschikt is.
Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe randen. De steker niet
met de kabel uit het stopcontact trekken.
Controleer de aansluitkabel van de machine regelmatig en laat hem
indien nodig vervangen door een vakman.
Bij het verleggen van de aansluitkabel erop letten dat deze niet stoort,
gekneust, geknikt en de steekverbinding niet nat wordt.
Controleer de verlengkabel regelmatig op beschadigingen en vervang
hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-werking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door een
erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats uitgevoerd
worden. De plaatselijke voorschriften moeten opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen
door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats
uitgevoerd worden.
Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het gebruik van
niet originele onderdelen kunnen risico's voor de gebruiker
ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor
ongevallen hierdoor ontstaan.
Beschrijving van het apparaat /
Reserveonderdelen
Pos.
Reserve-
Benaming
onderdeel –
nr.
1
Zaagbladverkleding binnen
2
Zaagbladverkleding buiten
3
Begrenzingsplaat
4
365239
Beschermkap
4a
Handgreep
5
Monteer de in hoogte verstelbare handgreep
5a
365248
Greep
5b
365243
Instelplaat
5c
365244
Borgplaat
6
365241
Steunverlenging
7
Wip
8
Onderstel
9
365245
Steunbalk
10
365247
Afstandsketting
11
Motor
12
Schakelaar
13
365234
Sluitplaat
14
365242
Langsaanslag
15
Vleugelschroef M5x20
16
365246
Terughaalbout kpl.
16a
Opnamebout
16b
Terughaalveer
16c
Veersteker
16d
Ring
17
365238
Achterwand rechts
18
Zaagbladafdekking buiten
19
365237
Achterwand links
20
Zaagbladafdekking binnen
21
365229
Zaagbladflens achteren
22
365228
Zaagblad
23
365230
Zaagbladflens voren
24
365235
Set kunststofinlegsels
25
Montagesleutel
26
Ringsleutel
27
365256
Veiligheidssticker
( 405 mm x 3,2 x 2,2 x 30 x 32T)