Let op: Als de gashendel tijdens gebruik wordt
losgelaten, start het product in de laatstgebruikte
modus. Als het product automatisch stopt, of als de
gebruiker op de aan/uit-knopt drukt, wordt de
laatstgebruikte modus uit het geheugen gewist.
Wanneer het product wordt ingeschakeld, wordt het
weer ingesteld op de standaardmodus.
Vermogensmeter
De vermogensmeter laat zien hoeveel vermogen het
product tijdens gebruik verbruikt.
•
LED-lampjes 4 en 5 laten de beste prestaties en de
beste accu-efficiency zien.
•
LED-lampje 6 aan de rechterzijde laat het maximaal
vermogen en de minimale accu-efficiency zien.
LED laadstatus accu
De status van het accupack wordt weergegeven totdat u
de gashendel bedient. Wanneer u de gashendel loslaat,
wordt de status van het accupack weer weergegeven.
Aan de hand van het aantal LED's dat brandt, kunt u het
huidige laadniveau van het accupack zien.
WAARSCHUWING: Lees en begrijp het
hoofdstuk over veiligheid voordat u gaat
reinigen of reparaties of onderhoud gaat
uitvoeren.
Onderhoudsschema
Houd u aan het onderhoudsschema. De intervallen
worden berekend op basis van het dagelijks gebruik van
het product. De intervallen wijken af als u het product
niet dagelijks gebruikt. Voer alleen
onderhoudswerkzaamheden uit die in deze handleiding
worden beschreven. Neem voor overige
onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding
worden beschreven contact op met een erkend
servicepunt.
Dagelijks onderhoud
•
Reinig de externe oppervlakken.
•
Controleer of de gashendelvergrendeling en
gashendel correct werken.
•
Reinig de kettingrem en controleer de remfunctie.
•
Controleer de kettingvanger op schade. Vervang de
kettingvanger als deze beschadigd is.
•
Draai de geleider dagelijks, zodat gelijkmatige
slijtage ontstaat.
•
Controleer of de smeeropening in de geleider niet is
verstopt.
•
Verwijder zaagstof en ander ongewenst materiaal
van onder het kettingwiel.
•
Reinig de groef van de geleider.
452 - 007 - 03.06.2019
LED's die bran-
den
Alle groene
LED's branden
LED 1, 2 en 3
branden
LED 1 en 2
branden
LED 1 brandt
LED 1 knippert
Let op: Als de motor stopt en de voedings-LED blijft
branden, druk dan op de knop op het accupack. Zie
Foutcodes op pagina 265 voor mogelijke oplossingen.
Let op: Als het accupack volledig is ontladen, stopt de
motor onmiddellijk.
Let op: De motor stopt automatisch als het accupack of
de motorregelaar tijdens zwaar gebruik te warm wordt.
Laat de motor en het accupack afkoelen. Het product
wordt dan gereset.
Onderhoud
(Fig. 44)
•
Controleer of er voldoende olie wordt toegevoerd
naar de geleider en zaagketting.
•
Controleer de zaagketting op:
•
scheuren in klinknagels en schakels.
•
onregelmatige slijtage van klinknagels en
schakels.
•
de juiste spanning.
•
bramen op de aandrijfschakels van de ketting.
Vervang zo nodig de zaagketting.
•
Slijp de zaagketting. Zie
pagina 263 .
•
Controleer het kettingaandrijfwiel op te grote slijtage
en vervang het zo nodig.
(Fig. 45)
•
Reinig de luchtinlaat van de motorbehuizing.
•
Controleer of de moeren en schroeven goed zijn
vastgedraaid.
•
Controleer of de schakelaar correct werkt.
Zaagketting slijpen
De snijder
De snijder is het snijdende deel van de zaagketting en
bestaat uit een snijtand (A) en een dieptesteller (B). De
snijdiepte van de snijder wordt bepaald door het
hoogteverschil tussen deze beide punten, oftewel de
instelling van de dieptesteller (C).
(Fig. 46)
Accustatus
Volledig opgeladen (100% ‐ 76%)
Het accupack 75% - 51% opgela-
den.
Het accupack 50% - 26% opgela-
den.
Het accupack 25% - 6% opgeladen.
Het accupack 5% - 0% opgeladen.
Zaagketting slijpen op
263