Onderhoudsschema
GEWONE ONDERHOUDSPERIODE (4)
ELEMENT
Voer uit in elke aangegeven maand of op
elk bedrijfsureninterval, naargelang wat
eerst komt
Motorolie
Controleer
Ververs
Luchtfilter
Controleer
Ververs
Bougie
Controleer-stel af
Ververs
Vliegwiel remblok (A
Controleer
types)
Brandstoftank
en
Reinig
filter
Brandstofslang
Controleer
Klepspeling
Controleer-stel af
Verbrandingskamer
Reinig
Problemen verhelpen
MOTOR WIL NIET STARTEN
1. Controleer brandstof.
2. Verwijder en inspecteer de
bougie.
3. Breng motor naar een erkende
hersteldienst of raadpleeg de
handleiding.
4. Druk op de inspuitknop
Voor
Eerste
elke
maand
gebruik
of
5 u.
O
O
O
Mogelijke oorzaak
Benzinetank leeg.
Slechte brandstof; motor
opgeslagen zonder benzine te
behandelen of af te tappen of
bijgetankt met slechte benzine.
Bougie defect, vervuild of
verkeerde spleetafstelling.
Bougie nat met brandstof door
brandstof (motor verzopen).
Brandstoffilter verstopt, carburator
werkt slecht, ontsteking werkt
slecht, ventielen zitten vast enz.
In koude omstandigheden
62
Om de 3
Om de 6
maanden
maanden
of
of
25 u.
50 u.
O(2)
O
O
Om de 2 jaar (vervang indien nodig)
Om de 200 u
Brandstof bijvullen.
Tap de brandstoftank en carburator
af. Tank bij met verse benzine.
Vervang de bougie.
Droog de bougie af en herinstalleer
Vervang of herstel defecte
componenten indien nodig.
Druk op de inspuitknop.
Om het
Om de
jaar
twee
of
jaar
100 u.
of
250 u.
O
O
O
O
Correctie
ze.