• Laat de motor afkoelen vóórdat u de grasmaaier
opbergt.
• Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken
moet u de motor, de geluiddemper, de accubak en
de brandstoftank vrijhouden van gras, bladeren of
overtollig vet.
• Controleer regelmatig de grasopvangzak op
slijtage en beschadigingen.
• Vervang veiligheidshalve versleten of
beschadigde delen.
• Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet
u dit in de open lucht doen.
WAARSCHUWING:
Raak het draaiende
maaimes niet aan.
WAARSCHUWING:
Vul de brandstoftank bij
in een goed
geventileerde ruimte
terwijl de motor is
uitgeschakeld.
38