Het veiligheidsharnas is overeenkomstig de eisen van een
grote veiligheidsreserve voorzien. Zorg daarom voor ge-
schikte bevestigingspunten aan boord. Veiligheidsharnas-
sen en veiligheidslijnen kunnen zeer grote krachten op het
aanslagpunt overbrengen. Aanslagpunten moeten krachten
van meer dan 1 ton kunnen doorstaan. De reling en stuurko-
lom zijn daarvoor normaal gesproken niet geschikt. Beveilig
uzelf met een CE-gekeurde veiligheidslijn van SECUMAR.
3. Controle van de opblaasautomaat
voor elk gebruik (snelcheck)
Controleer voor elk gebruik of de opblaasautomaat of au-
tomaten in orde zijn. Open het reddingvest hiertoe bij de
klittenband- of ritssluiting of kijk door het zichtvenster naar
de opblaasautomaat.
Is de indicator groen? (zie afbeeldingen 1 en 2)
In dat geval is het reddingvest klaar voor gebruik. Is de
indicator rood, vervang dan de CO
opblaasautomaat volgens hoofdstuk 8 weer klaar.
Herhaal deze controle eventueel bij de tweede opblaasau-
tomaat van uw reddingvest.
Nadat de opblaasautomaat is gecontroleerd en eventueel
opnieuw is klaargemaakt, moet de beschermhoes weer
NL
gesloten worden. Het handbedieningskoord moet hierbij
vrij uit de beschermhoes hangen.
16
4. Controle van het reddingvest voor
elk seizoen / langere reis
Open de drukknopen, klittenband- of ritssluiting van het red-
dingvest en vouw het drijflichaam open.
Blaas het drijflichaam via het mondventiel hard op (zie ook
hoofdstuk 6) en laat het ongeveer 16 uur liggen. Is het
drijflichaam na deze tijd nog hard gebleven, dan is het in
orde. Heeft uw reddingvest een tweede drijflichaamkamer
(bv. SOLAS-vesten), herhaal deze stap en de volgende stap-
pen dan met de tweede kamer.
• Werkt het mondventiel?
Verwijder de stofkap en controleer met de omgekeerde stof-
kap of met de neus van de stofkap of het ventiel goed werkt
zie afbeelding 3. Het mondventiel moet na het omlaagdruk-
ken en eruit trekken van de kap weer volledig sluiten. Plaats
de stofkap weer.
-patroon en maak de
• Beschermhoes en banden intact?
2
Controleer de beschermhoes, de banden en het beslag op
beschadigingen en de eventuele accessoires op volledig-
heid. Als het CLICK-beslag moeilijk te sluiten is, kunt u dit
met teflonspray weer werkend maken. Het vervangen van
een reddingvest kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn als de
scheurvastheid van de stof en de banden door langdurige
UV-straling is verminderd. Dit geldt in het bijzonder bij red-
dingvesten met een geïntegreerd veiligheidsharnas!
Reddingvesten met een geïntegreerd veiligheidsharnas
moeten bij beschadigingen (bv. na een val of door che-
mische invloeden) vervangen worden.
• Patroon (CO
Vervang een lege of gecorrodeerde / verroeste patroon
door een nieuw origineel SECUMAR-patroon.
Ontdekt u bij de controle een defect, geef uw vest dan
direct bij de SECUMAR SERVICE af voor onderhoud (via
een dealer of direct bij de fabrikant / importeur).
) o.k.?
2
5. Aantrekken van het reddingvest
Draag het reddingvest altijd over uw kleding. Open de
sluiting en trek het reddingvest als een normaal vest aan.
Bij gesloten modellen trekt u dit over uw hoofd aan zie
afbeelding 5 en 6. Sluit de sluiting correct. Zie hiervoor de
aanvullende bedieningshandleiding. Draag het vest nooit
open. Stel de borstband zodanig in dat er in aangetrokken
toestand ca. 2 cm (twee vingers) tussen lichaam en band
passen. Alleen een stevig tegen het lichaam vastzittend
reddingvest kan u in het water in een stabiele rugligging
houden. Sluit de kruisband en stel deze op een comforta-
bele maat in.
LET OP: Het is gevaarlijk het reddingvest los of open te
dragen.
6. Opblazen van het reddingvest
Reddingvesten met automatische opblaasautomaat SECU-
MATIC 4001S:
Bij het onderdompelen in water wordt het reddingvest vol-
automatisch opgeblazen. Buiten het water of bij falen van
de opblaasautomaat kan het opblazen worden geactiveerd
door krachtig aan het handbedieningskoord te trekken.
Reddingvesten met handbediende opblaasautomaat SECU-
MATIC 401S:
Het opblazen wordt geactiveerd door krachtig aan het
handbedieningskoord te trekken.
Opblazen met de mond (dichtheidscontrole) / extra opblazen
Open het reddingvest met de hand en blaas het drijflichaam
via het mondventiel met de mond op. Verwijder hiervoor de
stofkap van het ventiel. Als het vest via het mondventiel extra
wordt opgeblazen moet voorkomen worden dat er CO
gas uit het drijflichaam wordt ingeademd (niet giftig, maar
hoestprikkel of sufheid mogelijk).
-
2