Nederlands
7. Trek nog eens stevig aan de trekstarter (21) op de
hierboven beschreven manier. (Afb. 18)
OPMERKING
Herhaal de stappen 4 t/m 7 als de motor niet start.
8. Trek zodra de motor start de gashendel (23) volledig open
met de vergrendeling van de gashendel (22) ingedrukt
en laat de gashendel (23) vervolgens onmiddellijk
weer los. Op deze manier haalt u de gashendel van de
halfgasstand. (Afb. 19)
9. Trek aan de voorste handbeschermer (2) zodat de rem
ontgrendeld wordt. (Afb. 3)
Laat de motor 2-3 minuten opwarmen voor u met de
werkzaamheden begint en de motor belast.
Laat de motor niet onbelast op hoge toerentallen draaien
om te voorkomen dat u de levensduur van de motor
korter maakt.
Warme start
Gebruik alleen de stappen 1, 2, 7 en 9 van de koude
startprocedure.
Als de motor niet start, moet u dezelfde procedure gebruiken
als voor een koude start.
Kettingsmeringstest (Afb. 20)
Controleer of de ketting goed gesmeerd wordt. Richt
wanneer de zaagketting begint te draaien de punt van het
zwaard op een boomstronk o.i.d. en haal de gashendel over
zodat de kettingzaak ongeveer 10 seconden lang op hoge
snelheid draait. Als er kettingolie op de stronk gespetterd
wordt, wordt de ketting correct gesmeerd.
WAARSCHUWING
Draag de machine niet van de ene plek naar de andere
met een lopende motor.
Stoppen (Afb. 21)
Neem gas terug en druk de stopschakelaar (18) naar de stopstand.
WAARSCHUWING
Breng de machine niet in de buurt van brandbare
materialen zoals droog gras, want de uitlaat blijft nog een
tijd lang heet nadat de motor gestopt is.
OPMERKING
Als de motor niet stopt, kunt u hem geforceerd stoppen
door de chokehendel naar de START-stand te zetten.
Voordat u de motor opnieuw start, moet u de machine
door een Tanaka dealer laten repareren.
WAARSCHUWING
○ Reik niet boven uw macht en zaag niet boven
schouderhoogte.
○ Wees extra voorzichtig bij het kappen en gebruik
de kettingzaag nooit met de punt omhoog of boven
schouderhoogte.
KETTINGVANGER
De kettingvanger bevindt zich dichtbij de aandrijving, net
onder de ketting en dient om te voorkomen dat een gebroken
ketting de gebruiker zou kunnen raken.
WAARSCHUWING
Sta niet in één lijn met de ketting wanneer u aan het
zagen bent.
BASISTECHNIEKEN
ZAAGSNEDES VOOR KAPPEN, SNOEIEN EN INKEPEN
De volgende informatie is bedoeld om u een algemene
inleiding te geven in de techniek van het houtzagen.
WAARSCHUWING
○ Deze informatie dekt niet alle specifi eke situaties die
mede afhankelijk zijn van het terrein, de begroeiing,
het soort hout, de vorm en de afmetingen van de boom
enz. Raadpleeg een Tanaka dealer, houtvester of
plaatselijke bosbouwschool voor advies met betrekking
tot specifi eke bijzonderheden aangaande de houtkap in
het gebied in kwestie. Hierdoor zult u veiliger en effi ciënter
kunnen werken.
VOOR
HET
MAKEN
○ Zaag niet bij slecht weer, zoals dichte mist, zware regen,
extreme koude, sterke wind enz.
Het is doorgaans zeer vermoeiend om in slecht weer te
moeten werken en er kunnen gevaarlijke situaties door
ontstaan, bijvoorbeeld om de ondergrond glad wordt.
Door een sterke wind kan een boom vallen in een andere
richting dan u in gedachten had, wat kan leiden tot
zaakschade of persoonlijk letsel.
LET OP
Gebruik de kettingzaag nooit om iets los te wrikken of voor
andere doeleinden waar de machine niet voor bedoeld is.
WAARSCHUWING
○ Struikel niet over obstakels zoals boomstronken, wortels,
stenen, takken en gevelde bomen. Pas op voor gaten en
greppels. Wees zeer voorzichtig bij werkzaamheden op
hellingen of oneff en terrein.
Zet de motor uit wanneer u naar een andere werkplek gaat.
Zaag altijd met de gashendel helemaal open. Een
langzaam bewegende ketting zal makkelijker vastlopen
en de kettingzaag doen schokken of zelfs terugslaan.
○ Gebruik de kettingzaag in geen geval met één hand.
U kunt de kettingzaag dan nooit goed hanteren en u kunt
gemakkelijk de controle verliezen en daardoor ernstig
letsel oplopen.
Houd de behuizing van de kettingzaag dicht bij uw
lichaam voor een betere controle en om een te hoge
belasting te voorkomen.
Wanneer u zaagt met het onderste deel van de ketting,
zal de kettingzaag van u weg worden getrokken, als het
ware het hout in.
De kettingzaag zelf bepaalt de zaagsnelheid en het
zaagsel wordt in uw richting geworpen. (Afb. 22)
○ Wanneer u zaagt met het bovenste deel van de ketting,
duwt de ketting de kettingzaag juist naar u toe, dus weg
van het hout dat u aan het zagen bent. (Afb. 23)
○ Er is een risico op terugslag als de kettingzaag zo ver wordt
geduwd dat er met de punt van het zwaard wordt gezaagd.
Het is het veiligst om met de onderkant van het zwaard
en de ketting te zagen. Zagen met de bovenkant maakt
het hanteren en controleren van de kettingzaag veel
moeilijker en verhoogt het risico op terugslag.
○ Zodra de ketting vastloopt moet u de gashendel loslaten.
Als de motor met hoge snelheid blijft draaien terwijl
de rem aangrijpt, zal de koppeling oververhit raken,
waardoor problemen zullen ontstaan.
OPMERKING
Houd de schorssteun, indien aanwezig, tegen de stam,
want de ketting kan plotseling de boom in worden
getrokken.
KAPPEN
Goed kappen is meer dan gewoon even een boompje
omzagen. De kunst is de boom te laten vallen op de gewenste
plek, zonder de boom zelf of iets anders te beschadigen.
Voor u een boom gaat kappen, moet u alle omstandigheden
die invloed hebben op de richting waarin de boom zal vallen
in aanmerking nemen, zoals:
De richting waarin de boom zelf al helt. De vorm van de kruin.
Eventuele sneeuw op de kruin.
Windrichting en -sterkte. Obstakels in het bereik van
VAN
de boom (bijv. andere bomen, stroomleidingen, wegen,
gebouwen enz.).
WAARSCHUWING
○ Houd altijd rekening met de toestand van de boom
zelf. Let op verval en rot in de stam, waardoor de stam
kan breken en vallen voor u het verwacht en in een
onverwachte richting.
○ Let op dode takken die makkelijk af kunnen breken terwijl
u aan het werk bent en op u kunnen vallen.
Houd mensen en dieren op een afstand van minstens
twee keer de lengte van de boom terwijl u de boom aan
het kappen bent. Haal struiken en takken rond de boom
van tevoren weg.
50