type gebruik
toegestane omgevingstemperatuur
1) 7 kg katoen, aan 1000 rpm volgens EN 61121
MONTAGE
PLAATSING VAN HET
APPARAAT
• De wasdroger moet op een schone
plaats worden geïnstalleerd, waar
geen vuilophoping kan plaatsvinden.
• Er moet luchtcirculatie zijn rondom
het apparaat. Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen aan de onderzij-
de van het apparaat vrij zijn.
• Om trillingen en geluid tot een mini-
mum te beperken, moet de droog-
trommel op een stabiel en vlak op-
pervlak worden geplaatst.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u na-
gaan of het waterpas staat. Is dit niet
het geval, stel dan de stelpootjes af
totdat dit wel het geval is.
• Verwijder de stelpootjes niet. Belem-
mer de speling tussen het apparaat
en de vloer niet met hoogpolig tapijt,
houten strips of dergelijke. Dit kan
de temperatuur laten stijgen, die de
werking van het apparaat kan belem-
meren.
Huishoudelijk
+ 5°C tot + 35°C
• De temperatuur van de war-
me lucht in de droogtrommel
kan tot 60 °C oplopen. Het
apparaat mag niet op een
vloer worden geplaatst die
niet tegen hoge temperatu-
ren bestendig is.
• Bij het bedienen van de was-
droger mag de kamertempe-
ratuur niet lager liggen dan
+5 °C en niet hoger dan +35
°C, omdat dit de prestaties
van het apparaat kan beïn-
vloeden.
• Als u het apparaat moet ver-
plaatsen, dan dient u het ver-
tikaal te verplaatsen.
• Het apparaat mag niet wor-
den geplaatst achter een af-
sluitbare deur, een schuifdeur
of een deur met scharnieren
aan de tegenovergestelde zij-
de als die van het apparaat
op zo'n manier dat dat de
deur van de droger niet hele-
maal geopend kan worden.
UITPAKKEN
LET OP!
Voordat u de droger in gebruik neemt
moeten alle transportbeveiligingen ver-
wijderd worden.
1. Open de vuldeur.
NEDERLANDS
19