Christopeit Sport FXM 2 Notice De Montage Et D'utilisation page 47

Montagehandleiding
Neem alle losse onderdelen uit de verpakking, leg deze op
de grond en controleer aan de hand van de montage staps
uit de montageen bedieningshandleiding of alle onderdelen
aanwezig zijn. Hierbij moet er op worden gelet dat een aantal
onderdelen rechtstreeks met het onderstel zijn verbonden en
voorgemonteerd zijn.
Bovendien zijn enkele andere losse delen ook al tot eenheden
samengevoegd. Hierdoor kunt het apparaat gemakkelijker en
sneller monteren. Montage tijd: 50 min.
Stap 2:
Montage van de bekleiding for steunbus (75) en de steunbuis
(2) aan de basisframe (1).
1. Breng de steunbuis (2) naar het basisframe (1) en schuiv de
bekleiding for steunbuis (75) of het steunbuis (2).
2. Verbind de stekkers van de stelmotor kabel (72) en verbindings-
kabel (73) met elkaar.
3. Schuif de steunbuis (2) op het basisframe (1) - let erop dat er geen
kabelverbinding gekneld geraakt. Speld op iedere schroef M8x16
(17) een veerring (27) en een onderlegplaatje 8//25 (34) en schroef
ze eerst allemaal met de hand vast. (Deze schroefverbinding zal
in ieder geval bij Stap 3 stevig worden aangedraaid.)
Stap 1:
Montage van de voorste en achterste voet (3+10) aan het
basisframe (1).
1. Monteer de voorste voetbuis (10) met de vooraf gemonteerde
kappen met hoogtecompensatie (57) op het basisframe (1).
Gebruik daarvoor 2 bouten M8x95 (13), gebogene onderlegplaatje
8//25 (34) en veerringen (27).
2. Schuif de voetbuis as (12) in het basisframe (1) en steck de
achterste voetbuis links en rechts (3L+3R) op de as (12). Steck
de achterste voetbuis verbinding (4) in de opnamen van de
achterste voetbuis links en rechts (3L+3R) en schroef vast m.b.v.
schroef M10x20 (18), onderlegplatje 10//20 (30) and veerring
(26). Schroef vast de achterste voetbuis links en rechts (3L+3R)
op de as (12) m.b.v. de schroef (18), onderlegplatje 10//58 (70)
and veerring (26).
3. Monteer aan de achterste voetbuis links en rechts (3L+3R) de
voetkappen (58). Na de montage kunt u kleine oneffenheden
van de vloer compenseren door aan de voetkappen (58) en
de voetschroef voor hoogtecompensatie (51) te draaien. Het
apparaat moet zo worden opgesteld, dat het tijdens de training
niet uit zichzelf beweegt.
47