Radiomicrofoon/pocketzender (met headset):
Let op enkele aanwijzingen voor gebruik van de radiomicrofoon en de pocketzender (met headset):
Houd de ingeschakelde microfoon niet bij een gekoppelde luidspreker om rondzingen door terugkoppeling
te voorkomen.
• Houd de radiomicrofoon niet bij het raster (19) vast wanner hij aanstaat, maar houd uw hand om de huls (15).
• De afstand tot de mond dient bij de radiomicrofoon niet meer dan 15 cm te bedragen.
• Houd twee ingeschakelde microfoons niet tegen elkaar en breng ze niet dicht bij elkaar.
12. Probleemoplossing
Probleem
Er is geen functie nadat de
aan/uit-schakelaar POWER
op het ontvangststation
ingeschakeld wordt.
Het ontvangststation is
ingeschakeld maar er klinkt
geen geluid.
Het geluid wordt vervormd.
Het geluid verdwijnt soms
even.
Ruisen/vervorming van het
signaal
74
Mogelijke oorzaak
De netvoedingadapter is niet goed
aangesloten op het stopcontact.
Het aansluitsnoer van de
netvoedingsadapter steekt niet correct
in de voedingsaansluiting DC INPUT.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Het ontvangststation is niet correct met
het later aangesloten audioapparaat
verbonden.
Op het later aangesloten audioapparaat
is de verkeerde ingang gekozen.
Verkeerde zenderkeuze op het
ontvangstapparaat.
De geluidssterkte is verkeerd ingesteld.
De geluidssterkte op het
ontvangstapparaat of van andere
volumeregelaars staat niet op nul.
De signaalversterking op het
aangesloten audioapparaat is verkeerd
ingesteld.
De ontvangst wordt gehinderd door een
communicatieloze zone.
Een ander radioapparaat stoort de
overdracht.
Mogelijke oplossing
Controleer de aansluitingen en
vergewis u ervan dat er spanning
staat op het ontvangststation.
Controleer alle aansluitingen
op een correctie verbinding en
toewijzing.
Schakel een zender in.
Stel de geluidssterkte correct in.
Stel de versterker of mixer correct
in.
Gebruik de microfoon niet op
plaatsen waar dit optreedt.
Vermijd het gebruik van
andere apparaten op dezelfde
frequentieband.