09
Nuttige instellingen
Hoofdstuk 9
Nuttige instellingen
Omschakelen van de verticale frequentie
U kunt de verticale displayfrequentie heen en weer schakelen tussen
75 Hz en 100 Hz. Kies de frequentie die het best past bij de in uw
gebied te ontvangen signalen.
1
Druk op HOME MENU.
2
Selecteer "Optie" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer "Actieve Stand" (/ en dan ENTER).
4
Kies tussen "75 Hz" of "100 Hz" (/ en dan ENTER).
Actieve Stand
75Hz
100Hz
5
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Opmerking
• Deze instelling kan voor elke signaalbron apart gemaakt worden.
• Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer er 480i, 480p,
1080i@60 Hz, 720p@60 Hz of 1080p@24 Hz signalen worden
ontvangen.
• Als u "Auto" instelt bij "Randmasker" (pagina 36), wordt de
instelling voor "Actieve Stand" buiten werking gesteld.
Instellen van de beeldpositie
Deze instelling regelt de horizontale en verticale positie van beelden op
de plasmatelevisie.
1
Druk op HOME MENU.
2
Selecteer "Optie" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer "Positie" (/ en dan ENTER).
4
Selecteer "H/V Bijregelen Positie" (/ en dan ENTER).
Positie
H/V Bijregelen Positie
Reset
5
Verstel de verticale positie (/) of de horizontale positie
(/).
6
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Opmerking
• Om terug te gaan naar de fabrieksinstellingen voor alle
onderdelen, gebruikt u / om bij stap 4 "Reset" te selecteren,
waarna u op ENTER drukt. Er verschijnt een verzoek om
bevestiging op het scherm. Druk op /, selecteer "Ja" en druk
vervolgens op ENTER.
• Deze instellingen worden apart opgeslagen voor elke signaalbron.
• Afhankelijk van de weergegeven beelden is het mogelijk dat de
positie van het beeld niet verandert na veranderen van de instelling.
34
Du
Selecteren van het type ingangssignaal
Nadat u apparatuur heeft verbonden met de INGANG 1, INGANG 2 of
INGANG 3 aansluiting, moet u instellen wat voor soort signalen de
aangesloten apparatuur zal produceren. Voor het juiste type signalen
dient u de handleiding van de apparatuur in kwestie te raadplegen.
Druk voor u het menu opent op INPUT 1, INPUT 2 of INPUT 3 op de
afstandsbediening, of op INPUT op de plasmatelevisie om een
signaalbron te selecteren.
1
Druk op HOME MENU.
2
Selecteer "Optie" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer "Ingangsselectie" (/ en dan ENTER).
4
Selecteer een signaaltype (/ en dan ENTER).
Ingangsselectie
Video
S-Video
RGB
COMPONENT
• Voor INGANG 1 kunt u kiezen tussen "Video" en "RGB".
• Voor INGANG 2 kunt u kiezen uit "Video", "S-Video" of
"COMPONENT".
• Voor INGANG 3 kunt u kiezen uit "Video", "S-Video" of "RGB".
5
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Opmerking
• Als er geen beeld verschijnt of beelden in de verkeerde kleuren,
probeer dan een ander type videosignaal.
• Voor het juiste type signalen dient u de handleiding van de
aangesloten apparatuur te raadplegen.
Instellen van het kleurensysteem
Als het beeld niet goed wordt weergegeven, kunt u een ander
kleursysteem selecteren (bijv. PAL, NTSC).
1
Druk op HOME MENU.
2
Selecteer "Optie" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer "Kleursysteem" (/ en dan ENTER).
4
Kies een videosignaalsysteem (/ en dan ENTER).
Kleursysteem
Auto
PAL
SECAM
NTSC
4.43NTSC