NL
een correcte stroom (FI-schake-
laar) met een gemeten stroom
van niet meer dan 30 mA aan.
•
Controleer telkens vóór gebruik
het apparaat en de netaansluit-
leiding met stekker op beschadi-
gingen. Vermijd aanrakingen van
het lichaam met onderdelen, die
met de aarde verbonden zijn (bij-
voorbeeld metalen omheiningen,
metalen palen).
•
De koppeling van het verleng-
snoer moet tegen spatwater be-
schermd zijn, uit rubber bestaan
of met rubber bekleed zijn. Maak
uitsluitend gebruik van verleng-
snoeren, die voor het gebruik in
de open lucht bestemd zijn en
dienovereenkomstig geïdentifi-
ceerd zijn. De dwarsdoorsnede
van het verlengsnoer moet min-
stens 2,5 mm² bedragen. Rol
een kabelhaspel vóór gebruik
steeds volledig af. Controleer de
kabel op beschadigingen.
•
Houd de kabel op een veilige
afstand van de actieradius en
breng de kabel in principe achter
de met de bediening belaste per-
soon.
•
Om het verlengsnoer aan te
brengen, dient u van de daar-
voor bestemde snoerontlasting
gebruik te maken.
•
Draag het apparaat niet bij de
kabel. Gebruik de kabel niet om
de stekker uit het stopcontact te
trekken. Bescherm de kabel te-
gen hitte, olie en scherpe kanten.
•
Beschadigde kabels, koppeling
en stekker of aansluitleidingen,
die niet aan de voorschriften be-
antwoorden, mogen niet gebruikt
worden. Trek in geval van be-
schadiging van de voedingska-
36
bel onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact. Raak in geen geval
de netkabel aan, zo lang de net-
stekker niet uit het stopcontact is
verwijderd.
•
Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd wordt, moet het door
de fabrikant of door zijn klan-
tenserviceafdeling of door een
gelijkwaardig gekwalificeerde
persoon vervangen worden om
gevaren te vermijden.
•
Gebruik het apparaat niet als de
schakelaar niet kan worden in-
of uitgeschakeld. Beschadigde
schakelaars moeten bij ons ser-
vicepunt worden vervangen.
•
Overbelast uw apparaat niet.
Werk uitsluitend binnen het
aangegeven vermogensbereik.
Gebruik geen machines met een
laag prestatie vermogen voor
zware werkzaamheden. Gebruik
uw apparaat niet voor doelein-
den, waarvoor het niet bestemd
is.
•
Controleer telkens vóór gebruik
de netaansluitleiding en de
verlengkabel op schade en ver-
oudering. Gebruik het apparaat
niet als de kabel beschadigd of
versleten is.
Gebruiksdoeleinde
Het apparaat is uitsluitend voor het weg-
blazen en aanzuigen van dorre bladeren in
een huis- en hobbytuin voor particulieren
bestemd. Iedere andere toepassing, die in
deze gebruiksaanwijzing niet uitdrukkelijk
toegelaten wordt, kan tot beschadigingen
aan het apparaat leiden en een ernstig ge-
vaar voor de gebruiker betekenen.
Het apparaat mag niet gebruikt worden op
plaatsen, waar er zich stof bevindt, dat de