6
Belangrijk! Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen. Deze beschadigen de lak.
Rangschikking van de wijn
Suggesties voor de
conservering
De conserveringsduur van de wijn is afhan-
kelijk van de rijping, van de druivensoort,
het alcoholgehalte en van het percentage
fructose en tannine van de wijn. Controleer
bij aankoop of de wijn al gerijpt is of dat dit
na verloop van tijd beter wordt.
Aanbevolen bewaartemperaturen:
Als "dEMo" op het display verschijnt, staat
het apparaat in demonstratiemodus. Raad-
pleeg de paragraaf "Problemen oplossen".
Bovenste compartiment:
De temperatuur kan worden ingesteld tus-
sen de +6 °C en +11°C. Deze ruimte is ide-
aal voor wijnen, vooral nieuwe rode en witte
wijnen, die onmiddellijk gedronken worden.
De ruimten werken elk met een ander tem-
peratuurbereik.
Onderste compartiment:
De temperatuur kan worden ingesteld tus-
sen de +11 °C en +18 °C. Deze ruimte is
ideaal voor het bewaren en verfijnen van ro-
de of witte wijnen gedurende langere perio-
den.
De temperaturen in dit vak zijn geschikt
voor het bewaren van gerijpte en volle wij-
nen.
Leg de flessen zo neer dat de kurken niet
uitdrogen.
Bewaar de wijn in het donker. De deur van
de koelkast is vervaardigd van dubbelver-
duisterings- en anti-UV-glas om de wijn te
beschermen tegen licht, in het geval dat de
koelkast in een goed verlichte ruimte staat.
Voorkomt dat u het licht van het apparaat
te vaak of te lang aan zet. Wijn blijft beter
behouden in het donker.
Ga zorgvuldig om met de flessen, zodat de
wijn niet wordt geschud.
Let op de aanbevelingen en de adviezen
die u bij aanschaf hebt gekregen of die zijn
vermeld in de documentatie over de kwali-
teit, de duurzaamheid en de optimale be-
waartemperatuur van de wijn.
• Voor champagne en mousserende wij-
nen, bij 6 tot 8°C
• Voor witte wijnen, bij 10 tot 12°C
• Voor rosé en lichtrode wijnen, bij 12 tot
16°C
• Gerijpte rode wijnen, bij 14 tot 16°C
Als u verschillende flessen boven op elkaar
stapelt, zorg er dan voor dat deze het koel-
element van de koelkast niet raken.