2)
De optimale omgevingstemperatuur is
tussen 0 °C (32 °F) en 40 °C (104 °F).
Als de accu wordt gebruikt terwijl de
temperatuur van de accu lager is dan 0 °C
(32 °F), kan het voorkomen dat het
elektrisch gereedschap niet goed functio-
neert.
3)
Gebruik de lader bij een temperatuur
tussen de 0 °C en de 40 °C en laad de
accu op bij een temperatuur die vergelijk-
baar is met de temperatuur van de accu
zelf. (Er mag niet meer dan 15 °C verschil
zijn tussen de temperatuur van de accu en
NL
de temperatuur van de oplaadlocatie.)
4)
Laat een koude accu (kouder dan 0 °C (32
°F)), voordat deze wordt opgeladen in een
warme omgeving, eerst minimal een uur in
deze ruimte liggen om op temperatuur te
komen.
5)
Laat de lader afkoelen wanneer u meer
dan twee accu's na elkaar oplaadt.
6)
Steek uw vingers niet in de contactope-
ning wanneer u de lader vastpakt.
7)
Om brandgevaar en beschadiging van de
acculader te voorkomen.
• Voorkom dat de ventilatiegaten van de
lader en de accu worden bedekt.
• Maak de acculader los wanneer deze niet
wordt gebruikt.
OPMERKING:
De accu is niet volledig opgeladen wanneer
u deze koopt. Laad de accu daarom voor
gebruik op.
Hoe opladen
1. Steek de lader in een stopcontact.
OPMERKING:
Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken
ontstaan, maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu stevig in de lader.
1
Zet de uitlijntekens tegenover elkaar en
plaats de accu in de acculader.
OPMERKING:
Op niet alle accu's wordt het uitlijningsteken
(F) weergegeven (op pagina 3).
2
Schuif de accu in de richting van de pijl
naar voren. [Fig.14
]
- 68 -
3. De laadindicator licht op tijdens het laden.
Wanneer de accu is geladen, wordt automa-
tisch een interne elektronische schakeling
geactiveerd die voorkomt dat de accu wordt
overladen.
• Wanneer de accu heet is, zal deze niet
worden opgeladen (bijvoorbeeld direct na
intensief gebruik).
De oranje standby-indicator knippert tot de
accu is afgekoeld. Vanaf dat moment wordt
de accu automatisch opnieuw geladen.
4. De laadindicator (groen) knippert langzaam
wanneer de accu ongeveer 80% is opgeladen.
5. Wanneer het opladen is voltooid, zal de
groene laadindicator uitgaan.
6. Als de temperatuur van de accu minder dan
0°C is, zal het volledig opladen van de accu
langer duren dan de standaard oplaadtijd.
Zelfs nadat de accu volledig is opgeladen,
zal deze in dit geval slechts ongeveer 50%
van het accuvermogen hebben in vergelij-
king met een accu die bij normale bedrijf-
stemperatuur volledig is opgeladen.
7. Als de laadindicator (groen) niet uitgaat,
moet u contact opnemen met een officiële
dealer.
8. Als een volledig opgeladen accu opnieuw in
de acculader wordt geplaatst, zal het
oplaadlampje oplichten. Na enkele minuten
zal de groene laadindicator uitgaan.
9. Verwijder de accu terwijl u de accu-
ontgrendeltoets omhoog houdt. [Fig.14
]