gebruiksaanwijzing
gebruiksaanwijzing
Veiligheidsstop van het toestel
De ketel is beveiligd met door de elektronische
printplaat uitgevoerde interne controles, die
de ketel stilleggen zodra een storing wordt
gedetecteerd. Op het lokale display knippert
dan een code die de oorzaak van de noodstop
aangeeft.
Er bestaan verschillende soorten codes:
Veiligheidsstop
NL
Dit type code is een niet-permanente code,
d.w.z. hij wordt automatisch gewist zodra de
storing is opgelost. Op het display
knippert afwisselend "Err" en de
overeenkomstige foutcode.
In de meeste gevallen zal het toestel opnieuw
opstarten en weer normaal werken zodra de
oorzaak van de veiligheidsstop is verholpen.
Als de ketel nog een veiligheidsstop aangeeft,
moet u de ketel uitschakelen. Als dit
herhaaldelijk gebeurt:
- schakel de ketel uit,
- schakel de voeding uit met de externe
tweepolige onderbreker,
- draai de gaskraan dicht,
- neem contact op met een bevoegde
technicus.
Veiligheidsstop wegens watergebrek
Bij
een
te
verwarmingscircuit wordt de ketel stilgelegd
wegens watergebrek (Zie tabel).
Controleer de druk op de manometer en vul bij
met de onderbreker op het aansluitblok. Draai
de onderbreker dicht zodra de druk 1 - 1,5 mbar
bedraagt.
Noodblokkering
Dit type noodstop is permanent, d.w.z. deze
storing blokkeert de ketel automatisch, en op
het display staat de code (knippert afwisselend
met "Err") en de rode led 13 brandt
Reset met de toets RESET. Na verscheidene
resetpogingen en als de ketel telkens weer
stopt (na 5 keer resetten in minder dan 15
minuten), wordt de ketel volledig geblokkeerd
en kan hij niet meer worden gereset. U moet er
dan een bevoegd technicus bijroepen.
AANDACHT!!
In geval van slechte werking of herhaalde
interventies, moet u de ketel uitschakelen.
Schakel de voeding uit door de externe scha-
kelaar op OFF te zetten. Draai de gaskraan
dicht en neem contact op met de Assistentie
of een bevoegd technicus.
1
lage
waterdruk
in
Tabel met de verschillende storingen
Omschrijving
Display
Oververhitting
1 01
5 01
Geen vlam
1 03
1 04
1 05
Probleem met watercirculatie
1 06
1 07
1 08
Onvoldoende druk
5 P4
3 vergeefse pogingen tot aanzetten
Probleem met elektronische kaart
3 05
3 06
Probleem met elektronische kaart
3 07
Probleem met elektronische kaart
Vorstbeveiliging
De ketel is uitgerust met een systeem dat de
temperatuur aan de uitlaat van de warmtewisselaar
controleert zodat wanneer de temperatuur tot
onder 8°C zakt, de pomp 2 minuten wordt gestart
(circulatie in verwarmingsinstallatie). Na deze 2
minuten circulatie:
a) als de temperatuur uitgaande leiding hoger is dan
8°C zal de circulatie worden onderbroken,
b) als de temperatuur uitgaande leiding zich bevindt
tussen de 4°C en de 8°C zal de circulatie nog twee
het
minuten voortduren,
c) als de temperatuur van de uitgaande leiding
lager is dan 3°C gaat de brander op het minimum
vermogen aantotdat de temperatuur de 33°C
bereikt. De brander gaat uit en de pomp blijft nog
eens twee minuten draaien.
Als deze tot onder 8°C zakt, schakelt de verdeelklep
over op de stand voor sanitair warm water en de
brander brandt tot de temperatuur 12°C heeft bereikt.
Dit wordt gevolgd door 2 minuten nacirculatie.
De vorstbeveiliging werkt alleen goed als:
.
- de druk van de installatie juist is,
- de voeding van de ketel is ingeschakeld,
- de ketel gas krijgt,
- er geen veiligheidsstop of noodblokkering actief
is.