Reinigen en onderhouden
nl
2Reinigen en onderhouden
Reiniging
h o u d e n
R e i n i g e n e n o n d e r
Wanneer het apparaat koud is, reinig het met een
spons, water en zeep.
Reinig na elk gebruik het oppervlak van de
verschillende elementen van de brander, nadat deze is
afgekoeld. Achtergebleven resten (aangekoekt voedsel,
vetdruppels, enz.), hoe weinig ook, zetten zich vast op
het oppervlak en zijn later moeilijker te verwijderen.
Voor een correcte vlam moeten de openingen en
gleuven schoon zijn.
De beweging van sommige pannen kan metaalresten
achterlaten op de roosters.
Reinig de branders en de roosters met zeepsop en wrijf
erover met een niet-metalen borstel.
Indien de roosters rubber voetjes hebben, wees
voorzichtig bij het reinigen hiervan. De voetjes kunnen
losraken en het rooster kan de kookplaat krassen.
Droog de branders en de roosters altijd volledig. De
aanwezigheid van waterdruppels of vochtige zones bij
de aanvang van het koken kan het email beschadigen.
Na het reinigen en drogen van de branders, zorg dat de
branderdeksels juist geplaatst zijn op de diffusor.
Attentie!
Het is niet toegestaan de bedieningselementen te
■
verwijderen om het apparaat schoon te maken. Het
apparaat kan dan beschadigd raken door inkomend
vocht.
3Wat te doen bij storingen?
Soms kunnen storingen gemakkelijk worden verholpen.
s t o r i n g e n ?
W a t t e d o e n b i j
Neem de volgende aanwijzingen in acht voor u de
servicedienst belt:
Storing
Het algehele elektrische sys-
teem is verstoord.
De automatische ontsteking
functioneert niet.
De automatische ontsteking
functioneert niet en op het dis-
play verschijnt het symbool
"‚
of
"ƒ
.
De vlam van de brander brandt
ongelijkmatig.
44
Mogelijke oorzaak
Zekering defect.
De automatische zekering of een foutstroomveiligheids-
schakelaar is in werking getreden.
Tussen de ontstekingskaarsen en de branders kunnen
zich etensresten of resten van schoonmaakmiddelen
hebben afgezet.
De branders zijn vochtig.
De branderdeksels zijn niet goed geplaatst.
Het apparaat is niet geaard, ondeskundig aangesloten of
het aardingssnoer is beschadigd.
Het elektronische systeem is oververhit.
De branderonderdelen zijn niet juist geplaatst.
De brandergleuven zijn vervuild.
Gebruik geen stoomreinigers. Dit zou de kookplaat
■
kunnen beschadigen.
Indien de kookplaat een glazen of aluminium paneel
■
heeft, gebruik geen mes, schraper of dergelijke om
de verbinding met het metaal te reinigen.
Onderhoud
Reinig meteen gemorste vloeistof. Zo wordt vermeden
dat de etensresten zouden kleven en bespaart u
onnodige inspanningen.
Vanwege de hoge temperatuur kunnen de wokbrander
en de roestvrij stalen zones (vetpot, omtrek van de
branders, etc.) van kleur veranderen. Dit is normaal.
Reinig, na elk gebruik, deze zones met een geschikt
product voor roestvrij staal.
Er wordt aanbevolen regelmatig het reinigingsmiddel te
gebruiken dat beschikbaar is bij onze technische dienst
met code 464524.
Attentie!
Het schoonmaakmiddel voor roestvrij staal mag niet
gebruikt worden in de zone rond de
bedieningsknoppen. Dit om te voorkomen dat de
aanwijzingen (serigrafie) worden uitgeveegd.
Laat geen zure vloeistoffen (citroensap, azijn, enz..) op
de kookplaat.
Oplossing
Kijk in de meterkast na of er een zekering beschadigd is.
Is dit het geval, dan dient u hem te vervangen.
Controleer bij het bedieningspaneel of de automatische
zekering of een foutstroomschakelaar is uitgevallen.
De tussenruimte tussen ontstekingskaars en brander
moet schoon zijn.
De branderdeksels zorgvuldig drogen.
Zorg ervoor dat de deksels goed liggen.
Neem contact op met uw elektromonteur.
Schakel de branders uit of gebruik uitsluitend de laagste
branderstand tot de elektronica voldoende is afgekoeld.
Leg de branderonderdelen goed op de betreffende bran-
der.
Reinig de brandergleuven.