15. Voor het vervoeren of opslaan van het werktuig moet u de hendel naar onder
duwen, de zaagbladdrager laten zakken en de stophendel indrukken om de
zaagbladdrager in de laagste positie vast te zetten.
16. Reinig de luchtuitlaat van het werktuig met borstel of een strook stof om te zorgen
dat de motor normaal afkoelt.
17. Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of vervormd zijn.
18. Pas de zaaghoek niet aan tijdens het machinegebruik.
19. Tijdens het machinegebruik moet u steeds de gehoorbescherming dragen.
4