14) MEM ~ F
MEM
(kort indrukken)
6 kanalen kunnen geprogrammeerd worden (M1 tot M6) met volgende
parameters: AM (behalve voor EC en U configuraties) of FM; NB/ANL; HI-CUT
(en CEPT/ENG in U configuratie).
Om in het geheugen op te slaan:
- MEM kort indrukken; «MEM» knippert.
- druk gedurende 1 seconde op M1, M2, M3, M4, M5 of M6. «MEM» blijft
permanent en het nummer van het geheugen verschijnt op de display. Het
kanaal is in het geheugen opgeslagen. Indien de Beep functie actief is,
bevestigt een lange beep de programmatie. Om de frequentie in de display
te laten verschijnen, druk op FRQ (het geheugen nummer is verborgen).
Om een geheugen op te roepen:
- MEM kort indrukken, «MEM» gaat knipperen.
- M1, M2, M3, M4, M5 of M6 kort indrukken
- «MEM» verschijnt permanent op de display en het geheugen nummer verschijnt
op de display. Het opgeslagen kanaal is actief.
Om een geheugen uit te wissen:
- zet de radio uit
- houd de M1, M2, M3, M4, M5 of M6 toets ingedrukt en zet het toestel aan
- het geselecteerd geheugen is uitgewist
F
(lang indrukken)
Selectie van de frequentie banden (configuratie: E; d; EU; EC; U; PL)
De frequentie banden moeten gekozen worden in overeenstemming met
het land van gebruik. Gebruik in geen geval een andere configuratie.
Sommige landen eisen een gebruikersvergunning. Zie tabel configuraties/
frequentie banden pagina 26
Procédure: zet het toestel uit. Zet de switch op «F» positie en zet het toestel
weer aan. De letter die overeenstemt met de configuratie en «F» gaan
knipperen.
- Om de configuratie te veranderen, gebruik de kanalenkiezer op de voorkant
of de UP/DN toetsen van de microfoon.
- Wanneer de configuratie geselecteerd is, druk 1 seconde op de F toets. De
letter die overeenstemt met de configuratie en F blijven op de display.
Bevestig nu de selectie door het toestel uit te schakelen en zet het toestel dan
weer aan.
Zie tabel pagin 26.
15) NB/ANL ~ SCAN ~ M3
NB/ANL
(kort indrukken)
Noise Blanker/ Automatic Noise Limiter. Deze filters geven de mogelijkheid het
achtergond geruis en ongewenste storingen te verminderen. Een druk activeert
de filters in volgende volgorde: NB uit, ANL uit NB uit, ANL aan NB aan,
ANL uit NB aan, ANL ann.
«NB» en/of «ANL» verschijnen op de display in overeenstemming met de
geselecteerde configuratie.
De NB filter is alleen in FM mode actief.
SCAN
(lang indrukken)
Kanaal opzoeken: om de SCAN functie (opzoeken van de kanalen) te
activeren in stijgende volgorde. «SCAN» verschijnt op de display. Het scannen
stopt zodra een kanaal actief is. Het automatisch scannen herneemt 3
seconden na het beëindigen van het zenden indien geen enkele toets actief
is. Het scannen herneemt in stijgende volgorde door de draaiknop naar
rechts te draaien of door de UP toets van de microfoon in te drukken, of in
dalende volgorde door de draaiknop naar links te draaien of door de DN
toets van de microfoon in te drukken.
Geheugen opzoeken: MEM indrukken tijdens de opzoekingcyclus. Het toestel
zoekt de actieve geheugens op (M1, M2, M3, M4, M5, M6) en kanalen 19 en
9. MEM opnieuw indrukken om terug te keren naar de opzoekingcyclus van
de kanalen.
Hernieuwd lang indrukken van SCAN maakt de SCAN functie onactief.
M3
Zie § 14 MEM.
16) 6 PIN MICROFOONPLUG
Deze plug bevindt zich op de voorkant van de radio en maakt de installatie
in het dashboard gemakkelijker.
Zie aansluitingsschema pagina 25.
17) PTT
Zendschakelaar, indrukken om te spreken,
loslaten om een boodschap te ontvangen.
20
verschijnt op de display en