8
Stuurkabel en kabeluitloopbuis
• Leid de stuurkabel door de boot van de stuurstand naar de bui-
tenboordmotor.
De kabeluitloopbuis buis (1) beschermt de
binnenste kabel tegen de omringende appa-
ratuur en visa versa.
• De beschermende slang (2), voor transport doel-
einden, kan nu worden verwijderd en weggegooid.
9
Invoeren van de stuurkabel
• Draai de 4 borgschroeven los, 2 per kabelinvoer; stap 1 en 2.
• Voer de binnenkabel door de stuurkop en draai gelijktijdig aan
het stuurwiel om de binnenkabel het draaimechanisme in te trek-
ken.
• Controleer de stuurrichting, zorg er voor dat als het stuurwiel
naar rechts wordt gedraaid de boot naar rechts zal draaien.
• Installeer de beschermbuis door deze over het loze kabeleinde te
schuiven
• Schuif het einde van de buitenkabel en het einde van de kabeluit-
loopbuis in de stuurkop; stap 3.
• Draai de borgschroeven vast zoals is aangegeven; stap 4 en 5.
10 Installatie van de kabel
Let bij de installatie van de kabel op de volgende punten:
- Zorg voor de juiste (totale) kabellengte.
- Leg zo min mogelijk bochten in de kabel en neem de buigradius
zo groot mogelijk (minimaal 20 cm). Wanneer er met een kleinere
buigradius wordt gewerkt, zal de kabelmantel snel slijten.
- De kabel moeten op regelmatige afstanden worden gebeugeld
(elke 90 cm).
- Installeer de kabel niet te dicht bij warmtebronnen.
- Voorkom schuren van de kabel.
- Controleer na montage of de kabel zonder noemenswaardige
weerstand kan worden bewogen.
11 Installatie van het kabeleinde aan de stuurarm
• Pas een van de sets toe om het stuurkabeleindstuk met de stuur-
arm van de motor te verbinden. Zie pagina's 26 - 29 voor de instal-
latie.
• Versterk, indien noodzakelijk, de spiegel of het schot op de
plaats waar de steunen worden gemonteerd.
• Breng, indien noodzakelijk, de middenstand van stuurwiel in
overeenstemming met de middenstand van de helmstok. Con-
troleer de stuurrichting.
4
VQ12060_B
1
2
3
4
min. R 200 mm
High Performance Zero Feedback Cable Steering
1
2
5