digitale kabel die is aangesloten op
het systeem en de tv (raadpleeg de
bijgeleverde Beknopte gids).
Koppel de kabels los die de tv en het
systeem met elkaar verbinden en sluit
ze dan opnieuw stevig aan. Koppel de
netsnoeren van de tv en het systeem
los van het stopcontact en sluit ze
dan opnieuw aan.
Wanneer het systeem en de tv
verbonden zijn met een HDMI-kabel,
moet u het volgende controleren.
– De HDMI-aansluiting van de
aangesloten tv is gemarkeerd met
"ARC".
– De functie Controle voor HDMI van
de tv is ingeschakeld.
– Op het systeem is de functie
Controle voor HDMI ingesteld op
(pagina 24).
Als uw tv niet compatibel is met
Audio Return Channel sluit u de
optische digitale kabel (bijgeleverd)
aan (raadpleeg de bijgeleverde
Beknopte gids). Als de tv niet
compatibel is met Audio Return
Channel zal het geluid van de tv niet
uitgevoerd worden vanaf het
systeem, zelfs als het systeem
aangesloten is op de HDMI IN-
aansluiting van de tv.
Als het geluid van het apparaat dat
op de optische ingangsaansluiting
van de tv is aangesloten niet wordt
uitgevoerd, probeert u het volgende.
– Sluit de kabelbox of sattelietbox
rechtstreeks aan op de TV IN
(OPTICAL)-aansluiting van het
systeem.
Druk meerdere keren op INPUT om de
TV-ingang (pagina 16) te selecteren.
Verhoog het volume op de tv of
annuleer de geluidsdemping.
Afhankelijk van de volgorde waarin u
de tv en het systeem aansluit, is het
mogelijk dat het geluid van het
systeem is gedempt. Schakel indien
dat gebeurt eerst de tv in en
vervolgens het systeem.
28
NL
Stel de instelling van de luidsprekers
van de tv (BRAVIA) in op
Audiosysteem. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw tv om na
te gaan hoe u de tv moet instellen.
Controleer de geluidsuitvoer van uw
tv. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van de tv voor de tv-instellingen.
Het systeem ondersteunt de
audioformaten Dolby Digital en PCM
(pagina 35). Wanneer u niet-
ondersteunde formaten afspeelt,
stelt u de digitale audio-uit-instelling
van de tv (BRAVIA) in op "PCM". Meer
informatie vindt u in de
gebruiksaanwijzing van uw tv.
Het geluid wordt zowel via het
systeem als via de tv uitgevoerd.
Demp het geluid van het systeem of
de tv.
Het op het systeem aangesloten
apparaat produceert geen of
slechts een heel zwak geluid.
Druk op
+ en controleer het
volumeniveau (pagina 11).
Druk op
of
geluidsdempingsfunctie te annuleren
(pagina 11).
Zorg dat de juiste ingangsbron
geselecteerd is. Probeer andere
ingangsbronnen door meerdere
keren op INPUT te drukken
(pagina 16).
Controleer of alle kabels van het
systeem en het aangesloten apparaat
goed in de aansluitingen zijn
gestoken.
Als het aangesloten apparaat de up-
samplefunctie ondersteunt, dient u
deze uit te schakelen.
+ om de