DAGELIJKS GEBRUIK
Het wasgoed sorteren
• Sorteer op weefseltype:
– Katoen/linnen voor programma's in de programmagroep KATOEN .
– Gemengde en synthetische weefsels voor programma's in de programmagroep SYN-
THETISCH .
• Sorteren op onderhoudslabel: De onderhoudslabels betekenen:
Drogen in de wasdroger in principe mogelijk
Drogen op normale temperatuur
Drogen op lage temperatuur
Drogen in de wasdroger is niet mogelijk
Stop geen nat wasgoed in de machine als niet op het onderhoudslabel vermeld is dat het
geschikt is om gedroogd te worden in een wasdroger.
Deze machine kan gebruikt worden voor al wasgoed dat voorzien is van het label "ge-
schikt om gedroogd te worden in een wasdroger".
• Droog nieuw, gekleurd textiel niet samen met lichtgekleurd wasgoed. De kleur van tex-
tiel kan afgeven.
• Droog katoenen jersey en breigoed niet met het programma EXTRA . Deze stukken kun-
nen krimpen!
• Wol en wolachtige stoffen kunnen gedroogd worden met het WOL -programma. Cen-
trifugeer de wollen stukken voor de droogcyclus zo goed mogelijk (max. 1200 tpm).
Droog alleen wollen stukken samen die vergelijkbaar of hetzelfde zijn qua materiaal,
kleur en gewicht. Droog zware stukken wasgoed van wol apart.
Wasgoed voorbereiden
• Om te voorkomen dat was verstrikt raakt: sluit ritsen, knoop dekbedovertrekken dicht
en sluit losse riemen of strikken (bijv. van schorten).
• Maak zakken leeg. Verwijder metalen voorwerpen (paperclips, veiligheidsspelden etc.).
• Keer voorwerpen met dubbellaagse weefsels binnenstebuiten (bijv. met katoen afge-
werkte anoraks, de katoenlaag moet aan de buitenkant zitten). Deze weefsels drogen
dan beter.
Doe niet te veel wasgoed in de machine. Houd de max. belading van 7 kg aan.
Gemiddeld gewicht van wasgoed
badjas
dekbedovertrek
herenwerkoverhemd
herenpyjama
laken
tafelkleed
Dagelijks gebruik
1200 g
13
700 g
600 g
500 g
500 g
250 g