De aftapset wordt toegepast bij de Flamcomat in grotere systemen waar het complete expansievolume slechts optreedt in zeldzame
opstart- en uitschakelprocedures en niet door het geïnstalleerde expansievat kan worden opgevangen. Varianten van aftapsets
zijn zodanig gedimensioneerd dat het in specifieke gevallen helpt om het aantal extra hulpvaten (voor FMAT) te verminderen.
(zie ook toepasselijke databladen voor de aftapset met de corresponderende systeemvermogens, volumestroming in relatie tot de
totale afmetingen van het basisvat.) (Aftappen is uitsluitend mogelijk wanneer het ingebouwde navulsysteem in de Flamcomat wordt
gebruikt.)
Het verdient echter de voorkeur voldoende expansievaten te installeren voor het opvangen van het expansievolume en
deze vaten correct te vullen tijdens inbedrijfname met automatische geïntegreerde FMAT navulling.
Zie hiervoor: Doc.-nr.:MC00018/01-2012/ nld.
1.2
Werking van de aftapset
Nadat de aftapset-limiet (standaard = 94% van het basisvat) is bereikt, wordt het magneetventiel van de aftapset geopend.
Medium wordt afgetapt totdat de aftapset-limiet* is bereikt (standaard= 94%-2%).
Peilbereik en limieten Flamcomat
(standaardinstellingen SPC)
94% aftaplimiet AAN
92% aftaplimiet UIT
12% vullen UIT
(stijgend peil)
9% vullen AAN
(dalend peil)
0% vullen AAN
(stijgend peil)
Eerste bediening
* Indien het aftappen snel gebeurt omdat bijvoorbeeld het vat relatief klein is en de FMAT eenheid slechts een relatief kleine capaciteit verzorgt, kan dit ertoe leiden dat het peil
tot onder de onderste uitschakellimiet daalt, als gevolg van de langzame respons van de vulpeilmeting. Dit betekent dat de aftapset zich iets onder de eigen gespecificeerde