Geluids- en
verlichtingseffecten
Geluidseffecten
De volgende geluidseffecten kunnen toegevoegd
worden aan de audio output.
1
Druk herhaaldelijk op [SOUND] om het
geluidseffect te selecteren.
2
Druk op [3, 4] om de instelling te kiezen en
druk vervolgens op [OK].
Selecteer de gewenste instelling
van voorkeuze-EQ.
≥ Selecteer "FLAT" om voorkeuze-EQ uit te
PRESET EQ
schakelen.
Gebruik van het toestel
Druk op [
BASS
MID
j4 tot i4
TREBLE
INPUT
"NORMAL" of "HIGH"
LEVEL
(Voor
≥ Selecteer "NORMAL" als het geluid
vervormd is met het ingangsniveau "HIGH".
"AUX 2"-bron)
"SW1", "SW2", "SW3" of "OFF"
Gebruik van het toestel
1
Druk op
SUPER
[D.BASS, -SUPER WOOFER]
WOOFER
en houd deze ingedrukt om de
huidige instelling te tonen.
2
Druk op [:/6] of [5/9]
om de instelling bij te stellen.
"D.BASS BEAT", "D.BASS OFF" of
"D.BASS ON"
Gebruik van het toestel
Druk op [D.BASS, -SUPER WOOFER].
D.BASS
≥ D.BASS BEAT: Deze functie benadrukt het
niveau waarop de drumbeat ingezet wordt
en produceert een pittig geluid. Afhankelijk
van het nummer kan het effect klein zijn.
≥ U zou een afname kunnen opmerken van de geluidskwaliteit
wanneer deze effecten gebruikt worden met bepaalde
bronnen. Als dit gebeurt, zet u de geluidseffecten dan uit.
Verlichtingsinstellingen
Alleen door het toestel
U kunt de kleur van de verlichting op het toestel veranderen.
Draai aan [ILLUMINATION/CONTROL].
Selecteer "OFF" om te wissen.
PRESET EQ].
Opnemen ([USB], [AUX])
U kunt het volgende opnemen:
≥ MP3-tracks via [USB\A] naar [USB\B].
≥ audio via AUX IN 1 of AUX IN 2 naar [USB\B].
Voorbereidingen
≥ Verbind een USB-apparaat met [USB\B] om
opnames op te slaan.
≥ Maak de bron gereed die u wilt opnemen.
– Verbind een USB-apparaat met
externe apparatuur.
1
Selecteer de bron die u wilt opnemen.
("USB A", "AUX 1" of "AUX 2").
2
Druk op [USB REC ¥/;] op het toestel om de
opname te starten.
≥ [AUX] Start het afspelen op de externe apparatuur.
bijv. : Opname van [USB\A]
Album dat
opgenomen wordt
Druk op [∫].
Stop opname
≥ "WRITING" wordt aangegeven.
Druk tijdens de opname op
[USB REC ¥/;] op het toestel.
(
"
" knippert.)
Pauze
REC
Druk opnieuw om de opname voort
opname
te zetten.
([AUX])
U kunt dit niet doen in de
"SYNCHRO"-modus. (l 12)
[USB]
≥ Als u de opname stopt voordat het einde van een track bereikt
is, zal de track in kwestie niet opgeslagen worden. Alleen
volledig opgenomen tracks zullen opgeslagen worden.
(
"NO FILE RECORDED" wordt aangegeven als geen track
opgenomen is.)
≥ U kunt in geselecteerde afspeelmodussen opnemen (met
uitzondering van de willekeurige en herhaalmodussen). (l 10)
[AUX]
≥ Telkens wanneer een opname gepauzeerd wordt, wordt een
track-merkteken toegevoegd. U kunt ook op andere
manieren track-merktekens toevoegen. (l 12)
∫ Controleren van de opslagcapaciteit
Druk in de stopmodus één keer op [DISPLAY].
De beschikbare opslagruimte of de resterende
opnametijd van het USB-apparaat in [USB\B] zal
aangeduid worden.
≥ "UPDATE" wordt aangeduid als het toestel het apparaat leest.
≥ Als er geen USB-apparaat in [USB\B] is, wordt enkele
seconden "NODEVICE" weergegeven.
[USB\A]
of verbind de
Percentage van het
opnameproces
71
11
RQT0A50