NL
BE
licht groen op.
3. Als u het apparaat
wilt inschakelen,
drukt u op de ont-
grendelknop (24)
en houd tegelijk de starthendel
(2) ingedrukt. Laat de ontgren-
delknop los.
De freesvijzel begint te draaien.
4. Als u het apparaat
wilt uitschakelen
laat u de starthen-
del (2) los.
Overbelastingsbeveiliging: Bij
overbelasting van het apparaat
wordt de motor automatisch uitge-
schakeld. Laat de starthendel los
en start het apparaat opnieuw na
een periode van afkoeling.
Werkinstructies
Na het werk en om het apparaat te
transporteren: Schakel het appa-
raat uit, trek de stekker uit en zorg
ervoor dat alle beweeglijke delen
stil staan. Er bestaat het risico op
lichamelijk letsel.
Neem de bescherming tegen la-
waaihinder en lokale voorschriften
in acht.
•
Wees voorzichtig bij het werk, vooral
als u van richting verandert.
•
Houd het verlengsnoer steeds achter
u en breng het op de bewerkte plaats
als u omdraait.
•
Beweeg het apparaat in staptempo
in zo recht mogelijke banen, zodat de
banen een beetje overlappen.
•
We raden het gebruik van het appa-
raat tot een sneeuwhoogte van max.
38
STOP
START
I
3
2
STOP
3
20 cm aan.
•
Ruim de sneeuw bij losse nieuwe
1
sneeuw, omdat later de sneeuwlaag
vastvriest en het werk kan bemoeilij-
ken.
•
Gebruik het apparaat niet bij erg be-
vroren sneeuw. De rubber bekleding
van de freesvijzel kan worden bescha-
digd.
•
Ruim indien mogelijk in de richting
START
van de wind.
1
I
•
Schakel het apparaat uit en kantel het
2
als u grindwegen of gevoelige opper-
vlakken oversteekt.
•
Dankzij de draaggreep (
het apparaat gemakkelijk worden ge-
transporteerd.
•
Laat na de beëindiging van het werk
de motor nog gedurende enige tijd
draaien, zodat vocht wordt geëlimi-
neerd en er geen onderdelen van het
apparaat kunnen vastvriezen.
•
Reinig het apparaat na elk gebruik
zoals beschreven in hoofdstuk „Reini-
ging, onderhoud, bewaring".
Verlichting in- en uitschakelen
De verlichting functioneert alleen als het
apparaat in gebruik is.
1. Om de verlichting (4) in te scha-
kelen, brengt u de aan/uit scha-
kelaar (3) in de positie „I".
2. Om ze uit te schakelen, brengt
u de aan/uit schakelaar (3) in de
positie „0".
Verstoppingen en blokkerin-
gen opheffen
Opgelet! Motor uitzetten al-
vorens de verstopping uit de
uitwerpbuis te verwijderen.
17) kan