b) Geluidssignalen
In het bediendeel is een luidspreker en koptelefoonbus ingebouwd. Als een koptelefoon wordt aangeslo-
ten, is de ingebouwde luidspreker uitgeschakeld. Het volume kan met het instelwiel "Volume" worden
verhoogd (naar rechts draaien) of verlaagd (naar links draaien).
• Wanneer de detector op ALL METAL-modus is ingesteld, zal slechts een signaal voor alle metaaltypes
weerklinken. Wanneer de detector op DISC- of NOTCH-modus is ingesteld, zal het ingebouwde audio-
identificatiesysteem voor elk van de drie volgende metaalgroepen een verschillend geluid laten horen.
Zo wordt het makkelijker om de metalen te bepalen.
• Wanneer kleine gouden voorwerpen, nagels, flesdoppen of nikkels worden gelokaliseerd, weerklinkt
een lage toon.
• Een middentoon weerklinkt wanneer sluitlipjes uit aluminium of voorwerpen uit koper of zink worden ge-
detecteerd. Afhankelijk van de legering waarmee ze werden gemaakt, activeren ca. 15% van de gouden
ringen ook een middentoon.
• Een hoge toon signaleert voorwerpen uit messing of zilver. Sterk geoxideerd ijzer kan een midden- of
hoge toon activeren.
c) Gebruik
• Schakel de metaaldetector met behulp van de aan-/uit-
schakelaar links onder op het scherm in. Gedurende korte
tijd verschijnen alle symbolen van het scherm en weerklinkt
er een geluidssignaal.
• Kies nu de gewenste bedrijfsmodus (ALL METAL DISC of
NOTCH).
• Stel met de plus-/minknoppen de gewenste gevoeligheid in.
• Regel het volume op een gewenste niveau.
50