11. Tips met betrekking tot het gebruik
a) Algemeen
Om succesvol op "schattenjacht" te kunnen gaan, moet u weten hoe uw metaaldetector op verschillende
metalen, hun toestand en afstand bij het detecteren reageert. Daarom moet u thuis verschillende tests met
verschillende metalen en bepalingshoeken uitvoeren.
Hierbij moet u de testopbouw niet op een vloer maken, aangezien vloeren in de meeste gevallen van staal
of ijzer zijn voorzien. Wij raden u aan om een houten tafel te gebruiken waarop op verschillende voorwer-
pen legt.
Detecteer de afzonderlijke voorwerpen, zoals horloges, ringen, juwelen, oud ijzer, etc. Let daarbij op de bij-
horende optische en akoestische signalen. Oefen zolang tot u de optische en akoestische signalen zonder
twijfel en foutloos kunt interpreteren.
b) Correct bewegen
Ook het correct lopen moet worden geoefend. Voor de beste zoekresultaten gaat u als volgt te werk:
• Zoek op een vooraf afgebakende route met halve cirkels het doel
gebied af.
• Beweeg hiervoor de zoeksonde op mogelijks gelijke hoogte van links naar
rechts op ca. 3-5 cm boven de bodem. Beweeg de zoeksonde nooit als een
pendel. De zoeksonde slingeren of op het einde opheffen leidt tot verkeer-
de meetresultaten.
• Voer de bewegingen langzaam uit zodat ook alle mogelijke voorwerpen kunnen worden gedetecteerd.
• Een voorwerp kunt u met een beetje oefening doelgericht lokaliseren.
Wanneer de detector een verborgen voorwerp vindt, beweegt u de zoeks-
onde in een kleiner wordende beweging, die een "X" beschrijft (zie afbeel-
ding). Merk dan de precieze plaats op de bodem waarop de detector heeft
gepiept. Houd de zoeksonde precies boven deze plek. Beweeg de zoeks-
onde verschillende keren heen en weer en merk opnieuw waar de detec-
tor een signaal geeft en omcirkel de vindplaats systematisch met een altijd
kleiner wordende beweging.
51