Gevaar voor verwondingen!!
Let er voor het begin van de training op dat u de
Stepper op een plaats neerzet die u voldoende ru-
imte voor de training biedt. Een oppervlak van 2 x
2 m is noodzakelijk.
Draag comfortabele en luchtdoorlatende kleding.
De kleding moet nauw aansluiten, zodat deze niet
in de bewegende delen van uw Stepper terechtkomt
en deze niet storend werkt bij het trainen van de
armspieren bij gebruik van de trekbanden.
Draag bij het trainen sportschoenen met niet-glijden-
de zolen en train niet op blote voeten.
Zet de voeten met het gehele oppervlak op het
stapvlak van de pedalen om verwondingen te voor-
komen. Ga niet te ver naar achteren op de pedalen
staan en trek niet te hard aan de trekbanden. Het
apparaat kan mogelijk omvallen.
Zorg voor goede ventilatie in de trainingsruimte
maar voorkom tocht, aangezien dit snel tot verkoud-
heid kan leiden.
Op de Stepper gaan staan
Duw één pedaal met de voet geheel omlaag, zodat
de arm van het pedaal met de stopper aansluit op
het onderstel. Dan stapt u met uw voet op het stapv-
lak van de omlaag bewogen pedaalarm. De ande-
re voet zet u dan op het andere, schuin omhoog
staande stapvlak.
Afstappen
Duw terwijl u op de Stepper staat een van de stapv-
lakken geheel omlaag, zodat de stopper van de
pedaalarm aansluit op het onderstel. Haal dan uw
voet van het schuin omhoog staande stapvlak en zet
hem op de grond. Daarna haalt u uw voet van het
omlaag staande stapvlak.
Beweging van de Stepper tijdens de training
De Stepper simuleert het traplopen. Door het swin-
geffect bewegen de stapvlakken niet alleen op en
neer, maar zwaaien ze ook opzij naar links en
rechts.
Belaste spiergroepen
Bij de oefeningen zonder trekbanden worden voo-
ral de been- en bilspieren getraind. Oefeningen
waarbij u stept én de trekbanden gebruikt, verster-
ken de billen, de benen, de armen en de schouder-
spieren. Oefeningen waarbij u niet stept maar wel
de trekbanden gebruikt, versterken uw arm- en
schouderspieren.
Lichaamshouding
U dient erop te letten dat u het lichaam bij het trai-
nen rechtop houdt. Voorkom te allen tijde dat u met
een holle rug traint. Bij gelijkmatig steppen mogen
de stoppers van de pedaalarm het onderstel niet ra-
ken. Verplaats daarom telkens kort voordat het pe-
daal neerkomt de last van het ene been naar het an-
dere. Het kan ook helpen wanneer u uw armen
onder een lichte hoek in uw stepritme voor het bo-
venlichaam laat mee zwaaien.
Stapbeweging
Bij deze Stepper betreft het een afhankelijke stapbe-
weging.
Remweerstandssysteem
Bij deze Stepper betreft het een snelheidsafhankelijk
systeem.
- 25 -