AFSTELLING THERMISCH RELAIS
(A)
SCHEMA (A)
Afstelling thermisch relais 7)(A)p. 3
Dit relais verhindert dat de motor verbrandt door
een plotse verhoging van de absorptie bij het
overslaan van een fase.
• Als de motor op 400 V in ster is aangesloten,
plaats de wijzer op "MIN".
• Als de motor op 230 V in driehoek is aangeslo-
ten, plaats de wijzer op "MAX".
Ook al geeft de schaal van het thermisch relais
de opgeslorpte stroom van de 400 V motor niet
aan, toch is de bescherming verzekerd.
N.B.
D867
• De branders RS 70 - 100 - 130 zijn bij het ver-
laten van de fabriek voorzien voor elektrische
voeding 400 V. Indien de voeding 230 V is, de
motoraansluiting (van ster naar driehoek) en de
afstelling van het thermisch relais veranderen.
• De branders RS 70 - 100 - 130 zijn gehomolo-
geerd voor een intermitterende werking. Dit
betekent dat ze "voor de Norm" tenminste 1
maal per iedere 24 uur moeten stoppen, opdat
de elektrische apparatuur een controle van de
eigen doeltreffendheid bij het starten kan uitvoe-
ren. Normaal gesproken wordt de stilstand van
de brander verzekerd door de afstandsschake-
laar van de ketel.
Als dit niet zo is is het noodzakelijk om in serie
met IN een tijdschakelaar aan te brengen die
ervoor zorgt dat de brander tenminste 1 maal
per 24 uur stopt.
• De branders RS 70 - 100 - 130 zijn in de
fabriek ingesteld voor een tweetrapswerking en
dus moet de thermostaat TR verbonden wor-
den.
Als u daarentegen wilt dat de brander een een-
trapswerking heeft, plaats dan, in plaats van de
thermostaat TR, een brug tussen de klemmen 6
– 7 van de klemmenbord.
OPGELET
De nulleider en de fase niet op de elektri-
sche voedingslijn. Dergelijke omwisse-
ling kan de vergrendeling van de brander
veroorzaken.
11