STANDAARD TOEBEHOREN
○ Kettingkast .................................................................. 1
○ Zwaard ........................................................................ 1
○ Ketting ......................................................................... 1
○ Stekkerklem* ............................................................... 1
○ Kettingzaagolie (100 ml) ..............................................1
* Wordt niet geleverd in sommige landen.
De
standaard
toebehoren
aankondiging gewijzigd worden.
EXTRA TOEBEHOREN
(LOS VERKRIJGBAAR)
○ Kettingzaagolie
○ Ronde vijl
○ Mal voor dieptestellernok
De ronde vijl en de mal voor de dieptestellernok worden
gebruikt voor het slijpen van de kettingbladen. Voor de
toepassing van deze onderdelen wordt u verwezen
naar het gedeelte „Slijpen van het kettingblad".
○ Kettingkast
Zorg dat de kettingafdekking altijd op de ketting is
aangebracht wanneer u de kettingzaag draagt of
wanneer deze wordt opgeborgen.
De extra toebehoren kunnen zonder nadere aankondiging
gewijzigd worden.
TOEPASSINGEN
Normaal hout zagen.
AANBRENGEN (VERVANGEN) VAN
DE ZAAGKETTING
WAARSCHUWING
○ Om ongelukken te voorkomen, moet u het apparaat
altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen.
○ Gebruik alleen de kettingzaag en het zwaard die staan
aangegeven in de"TECHNISCHE GEGEVENS".
LET OP
Draag handschoenen en wees voorzichtig om letsel
door de zaagketting te voorkomen.
OPMERKING
○ Verwijder zaagsel van de olietuit, het oliegat en de
zwaardgroef alvorens de zaagketting te verwijderen.
Bij opeenhoping van zaagsel is het mogelijk dat het
gereedschap niet werkt.
○ Gebruik het juiste type zaagketting overeenkomstig de
specifi caties.
Als u een verkeerd type zwaard aanbrengt, kan de
zaagketting losraken met letsel tot gevolg.
1. Verwijderen van de zijafdekking (Afb. 4)
1 Draai eenmaal aan de knop om deze los te zetten.
2 Draai de spanningsregelaar een halve slag om deze
los te zetten.
3 Draai de knop en verwijder de zijafdekking.
2. Verwijderen van de zaagketting en het zwaard
(Afb. 5)
Verwijder de zaagketting en het zwaard in de richting
aangegeven door de pijl.
3. De nieuwe zaagketting over het kettingwiel leggen
(Afb. 6, 7)
Leg de zaagketting over het uiteinde van het zwaard
terwijl u goed op de richting van de zaagketting let
en leg de zaagketting dan op de juiste wijze over het
kettingwiel.
kunnen
zonder
nadere
4. Aanbrengen van de zijafdekking
1 Stel de spanningsregelaar van de zijafdekking zo
af dat de verdikking van de kettingspanner in het
kettingspannergat van het zwaard valt en bevestig dan
de zijafdekking. (Afb. 8)
2 Draai de knop eenmaal om deze tijdelijk vast te zetten.
(Afb. 9)
5. Afstellen
van
zaagketting (Afb. 10)
○ Terwijl u het uiteinde van het zwaard optilt, draait u aan
de spanningsregelaar om de kettingspanning van de
zaagketting af te stellen.
○ Draai de spanningsregelaar naar rechts om de
kettingspanning te verhogen en naar links om de
kettingspanning te verlagen.
6. Controleren van de kettingspanning van de
zaagketting (Afb. 11)
Stel de kettingspanning zo af dat de opening tussen de
kettingschakel van de zaagketting en het zwaard 0,5
tot 1 mm is wanneer u de zaagketting een stukje optilt
in de buurt van het midden van het zwaard.
7. Vastdraaien van de knop (Afb. 12)
1 Wanneer de afstelling is voltooid, tilt u het zwaard
omhoog en draait dan de knop volledig vast.
2 Zorg dat de bout stevig is vastgedraaid.
WAARSCHUWING
Draai de knop volledig vast nadat de kettingspanning is
afgesteld.
Als de knop loszit, bestaat er kans op letsel.
INSPECTIE EN VOORBEREIDING
VOOR GEBRUIK
Voor gebruik moet u de volgende inspecties uitvoeren en
voorbereidingen maken.
WAARSCHUWING
○ Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
○ Om ongelukken te voorkomen, voert u altijd stappen
1 tot 5 uit en zorgt u hierbij dat de stekker uit het
stopcontact is gehaald.
○ Zet de ontgrendelknop niet vast terwijl deze wordt
ingedrukt.
Als de schakelaar dan per ongeluk wordt aangezet,
kan het gereedschap onverwachts starten en letsel
veroorzaken.
1. Zorg dat de schakelaar uit staat
○ Controleren of de netschakelaar op „UIT" staat.
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
de schakelaar op „AAN" staat, begint het gereedschap
onmiddellijk te draaien, hetwelk ernstig gevaar
betekent.
○ Wanneer de schakelaar wordt aangezet terwijl
de ontgrendelknop wordt ingedrukt, wordt het
gereedschap ingeschakeld; wanneer de schakelaar
wordt
losgelaten,
uitgeschakeld.
2. Het verlengsnoer controleren
Als de werkplek niet in de buurt van het stopcontact
is, moet u gebruik maken van een verlengsnoer dat
voldoende dwarsprofi el en voldoende nominaal
vermogen heeft. Het verlengsnoer moet zo kort
mogelijk worden gehouden.
3. Controleren van de kettingspanning van de
zaagketting
○ Als de kettingspanning verkeerd is, kan de zaagketting
of het zwaard beschadigd raken en mogelijk foutief
functioneren. Zie de stappen 5 t/m 7 in "Aanbrengen
(vervangen) van de zaagketting" om de kettingspanning
juist af te stellen.
49
Nederlands
de
kettingspanning
wordt
het
gereedschap
van
de