2.12.a - Montage en aansluitingen voor modellen met console en inbouwmodellen
a. Draai de schroeven (31a) en (afb.22) los.
b. Verwijder het deksel (31b) van de doos (31) (afb.22).
c. Klem de bevestigingen (32) in de specifieke sleuven (33) aan de zijkant van het apparaat (afb.23).
d. Bevestig de doos (31) met de twee schroeven (34) aan het apparaat (afb.23).
e. Sluit de aardkabel aan op de structuur van het apparaat met de geleverde schroef (x) en de geleverde
onderlegring (y) (minimaal aandraaimoment 4 N) (afb.24).
f. Plaats het deksel (31b) terug op de doos (31) en draai de schroeven (31a) vast (afb.25).
g. Breng het bedieningspaneel (30) aan op de daarvoor bestemde uitsparing aan de bovenkant van de
ventilatorconvector/-radiator en zet hem met de geleverde twee schroeven (30a) vast aan de muur (afb.26).
h. Herhaal de stappen van punt "a" tot punt "i" en verplaats de steun (31b) daarbij zoals is aangegeven in
afbeelding 26 als de bediening aan de linkerzijde van de machine moet worden geïnstalleerd.
i. Hermonteer de zijpanelen van het apparaat zoals in de vorige paragraaf is beschreven.
Sluit de schakelkast met de eerder verwijderde schroeven als de aansluitingen en eventuele configuratie
zijn verricht.
Plaats het voorpaneel terug en zorg er daarbij voor dat de connector van het display is aangesloten. Zet het
voorpaneel vast met de schroeven en plaats de machine onder spanning.
- De afstandsbediening wordt uitgeschakeld als de unit geconfigureerd is voor de besturing op
afstand.
- Met de besturing op afstand kan de flap niet worden aangestuurd.
- In deze modus wordt de luchtmeter op de ventilatorconvector niet in beschouwing genomen.
2.13 - VERBINDING MET SIOS CONTROL
- Verplaats de connector op de aansluiting "X8" naar de connector "X7". Het aanwezigheidscontact is niet
langer beschikbaar.
- Sluit de kabels afkomstig van de verbinding "A B" van de SIOS CONTROL aan op de connector "A B"
van de controller volgens de aangegeven polariteit en sluit de verst geplaatste unit af met de geleverde
weerstand van 120 Ohm.
- Activeer de configuratie Autonoom (paragraaf "3.4", configuratieparameter "CF").
- Stel het ASCII-protocol in als SIOS CONTROL met B0863 werkt, ofwel RTU als SIOS CONTROL zonder
B0863 werkt (paragraaf "3.4", configuratieparameter "bU").
- Stel het adres in. Elk apparaat dat op dezelfde BUS aangesloten is, moet een eigen adres hebben
(paragraaf "3.4", configuratieparameter "Ad").
- Volg de aanwijzingen van de vorige paragrafen voor de montage van de aansluitingen.
NL - 15
Bi2 Air TR