HSI 150-K2-Varia
Voor zover geen afstandhouders HSI-AH 40 worden
toegepast, bijvoorbeeld wegens ruimtegebrek, moet
bij het beton storten en later bij het afdichten van de
kabelbeschermingsgoot zeer zorgvuldig te werk worden
gegaan om schade door een slechte betonverdichting
en later aan de goot door het zetten te voorkomen.
Kabeldoorgang vastzetten
5
Dichtpakking door de daarvoor bedoelde spijkergaten op
de houten afscherming spijkeren. Bij een stalen bekisting
moet de dichtpakking met draad aan de bewapening
worden bevestigd.
Sluit vervolgens de bekisting.
Houd tussen afdichtingen en bewapeningsijzer een
afstand aan van minimaal 5 cm. De draad mag daarbij
niet aan de afdichtingen worden bevestigd.
Kabeldoorgang in betonneren
6
Let er bij het inbedden in beton op dat in de omgeving
van de dichtpakkingen en bij bundelvorming grondig in
lagen wordt afgedicht. Voorkom holten.
Verwijder na het uitharden van het beton de bekisting.
Belangrijke aanwijzingen voor het betonneren:
•
De vrije valhoogte van het beton mag niet groter zijn
dan 1 m om splitsen rond de doorvoersystemen en
wandvoetpunten te voorkomen.
•
Indien de valhoogte groter is, moet evt. een op-
vangbedding van beton met 8 mm korrelgrootte
van minstens 30 cm hoog worden aangebracht
(ook aangeduid als aansluitmengsel).
•
De afzonderlijke stortlagen mogen maximaal 50 cm
hoog zijn en moeten met een trilnaald op elkaar
worden aangesloten.
•
De bovenste betonlaag in wanden moet in principe
achteraf worden verdicht.
Let er bij betonnen wanden in dubbelelement-bouw-
wijze op de middelste afdichting in de gestorte be-
tonlaag ligt.
Voorbeeld: bundelvorming met afstand-
houders en aansluiting van een buis �
= 160 mm, bijvoorbeeld over HSI 150-
D160 GSM.
20
NL
a