De Windows- en functieknoppen
esc
F1
F2
F3
1
2
3
3
@
&
é
"
#
2
A
Z
E
Q
S
shift lock
>
W
X
<
\
control
Fn
alt
Knoppen F 1 tot F 1 2 op de bovenste rij van het toetsenbord noemt men functietoet-
sen.
De functietoetsen hebben geen algemeen geldende functie en worden door iedere
software anders ingesteld.
Aanwijzingen over de instelling van deze toetsen, vindt u in de gebruikershandleiding
van het betreffende softwareprogramma. Via F 1 wordt doorgaans de hulpfunctie ge-
opend.
De Windows-toets links (met het Windows-vlaggetje) dient om het Windows
Start-menu te openen.
TIPS
Druk deze toets tegelijk met de E -toets in. Hiermee starts Windows Explorer; door te-
gelijk op de Pause-toets te drukken gaat het Apparaatbeheer open.
De toepassingstoets stemt overeen met klikken met de rechtermuisknop en
opent in Windows® bv. het contextmenu van het bureaublad.
12
F4
F5
F6
F7
F8
4
5
6
7
8
‚
§
è
!
(
^
R
T
Y
U
€
D
F
G
H
J
?
C
V
B
N
,
F9
F10
F11
F12
_
9
0
°
ç
à
-
)
{
}
¨
*
I
O
P
$
^
]
[
%
£
K
L
M
ù
μ
´
`
.
+
/
;
:
=
~
alt gr
control
prt scr
scr lk
pause
num
insert
end
lock
7
pg up
delete
4
home
pg dn
1
0
/
*
8
9
+
5
6
2
3
.