2
Opmerkingen over de meting
Controleer vóór iedere meting of de wijzer exact op de '0' van de
/
-schaal (B / C) staat. Als dat niet het geval is, stelt u de
wijzer bij met de draaiknop (2).
Als de meeteenheid van tevoren niet bekend is, zet u de
draaischakelaar op het hoogste meetbereik. Verklein daarna
stap voor stap het meetbereik totdat u een tevredenstellende
resolutie hebt bereikt.
Als de wijzer tijdens de meting
links van de
0' resp. bij de
'
weerstandsmeting rechts van
de
0' staat, moeten de meet-
'
punten omgewisseld worden of
is het meetcircuit onderbroken.
Voer de meting opnieuw uit met
verwisselde meetpunten.
3
Spanningsmeting DC
Zet de draaischakelaar voor de spannings-
meting op de positie '
dienovereenkomstige meetbereik
(12 V - 300 V).
Verbind vervolgens de meetcontacten
met het meetobject.
Aflezen van de schaal (B):
Meet-
Schaal
bereik
12 V
0 - 12
60 V
0 - 60
120 V
0 - 12
300 V
0 - 300
24
NL
Als de wijzer tijdens de meting
rechts van '300' ('60' / '12')
resp. bij de weerstandsmetingen
links van '1 kΩ' staan, is het
meetbereik overschreden. Voer
de meting opnieuw uit met een
groter meetbereik.
' met het
Resultaat
x 1
x 1
x 10
x 1
200
zwart
rood