Werking
6.2
Multifunctionele weergave
6.2.1
Gebruik van de batterijstatusaanduiding bij gebruik
van andere batterijen
W A ARSC HUWI N G!
Levensgevaar door overschatting van de resterende actieradius!
Ernstige gezondheidsproblemen of de dood kunnen het gevolg zijn.
Zorg dat u voor vertrek vertrouwd bent met het gebied waar u gaat varen,
omdat de actieradius die de boordcomputer vermeldt, geen rekening houdt
met wind, stroming en vaarrichting.
Plan voldoende buffer in voor de nodige actieradius.
Bij het gebruik van andere batterijen, die niet met de databus communice-
ren, voert u de aangesloten batterijcapaciteit nauwkeurig in.
Voer per seizoen minstens een kalibratievaart uit.
De berekening van de actieradius in de boordcomputer houdt geen rekening met
veranderingen van wind, stroming en vaarrichting. Veranderingen van wind, stro-
ming en vaarrichting kunnen ervoor zorgen dat de actieradius aanzienlijk kleiner is
dan weergegeven.
Bij gebruik van het Cruise systeem met andere batterijen, die niet met de motor via
een databus communiceren (geen Torqeedo batterijen) kunnen foutieve gegevens
over de actieradius voorkomen:
Wanneer in het set-up-menu een foutieve batterijcapaciteit is ingesteld.
Wanneer tijdens een langere gebruiksduur geen kalibratievaarten worden uitge-
voerd, op basis waarvan de boordcomputer de veroudering van de batterij kan
analyseren en onthouden, zie hoofdstuk 9.2, "Kalibratie en andere batterij-
en".
Tijdens de vaart meet de boordcomputer de verbruikte energie en bepaalt daarmee
de lading van de batterij in procent en de resterende actieradius op basis van de ac-
tuele snelheid.
Bij de berekening van de resterende actieradius wordt er geen rekening mee gehou-
den dat AGM-/gelbatterijen bij hogere stromen hun volledige capaciteit niet kunnen
afgeven.
Afhankelijk van de gebruikte batterijen kan dit effect ertoe leiden dat de aanduiding
van de laadtoestand van de batterij nog een relatief hoge laadtoestand in procent
toont, terwijl de resterende actieradius relatief klein is.
Om de aanduiding van de laadtoestand van de batterij en de resterende actieradius
te gebruiken, handelt u als volgt:
Voor vertrek met volledig opgeladen batterij
1. Druk de CAL-toets twee keer kort na elkaar in.
Op het display wordt de laadtoestand met 100% aangeduid.
OPME RKIN G
Gebruik de toets alleen wanneer de batterij volledig is opgeladen. De boord-
computer gaat uit van de laatst opgeslagen laadtoestand, wanneer de laadtoe-
stand niet op 100% wordt gezet.
6.3
Varen
6.3.1
Vertrek
OPME RKIN G
Bij zichtbare schade van onderdelen of kabels mag het Cruise systeem niet
worden ingeschakeld.
Controleer of alle personen aan boord een reddingsvest dragen.
Bevestig de treklijn van de magneetsleutel voor vertrek aan de pols of aan
het reddingsvest.
De laadtoestand van de accu moet onderweg constant worden gecontro-
leerd.
NL
FR
pagina 93 / 120