2.4 - Elektrische bedrading
Alle niet bijgeleverde elektrische aansluitingen zijn de
verantwoordelijkheid van de installateur.
GEVAAR
Elektrische schokken kunnen ernstig lichamelijk letsel of
overlijden tot gevolg hebben. Deze handelingen mogen
alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
WAARSCHUWING
•
Deze unit voldoet aan de richtlijnen voor
machinerichtlijn (2006/95/EC), elektromagnetische
compatibiliteit (2004/108/EC) en drukapparatuur
(EEG/97/23).
•
Zorg ervoor dat deze handelingen uitsluitend door
bevoegd personeel worden uitgevoerd om elektrische
schokken of brand te voorkomen.
•
Controleer of de hoofdtoevoerleiding aan de regels
van de nationale veiligheidswetgeving voldoet.
•
Houd u aan alle geldende regels van de nationale
veiligheidswetgeving.
•
Zorg ervoor dat er een goed aangesloten aardleiding
van de juiste grootte is.
•
Controleer of de spanning en de frequentie van de
hoofdtoevoerleiding goed zijn; het beschikbare
vermogen moet voldoende zijn om ook alle eventuele
andere op dezelfde lijn aangesloten apparaten te laten
werken.
•
Controleer of de impedantie van de
hoofdtoevoerleiding overeenkomt met de
stroomtoevoer van de unit, die staat aangegeven op
het serieplaatje (EN 61000-3-12).
•
Zorg ervoor dat er in de buurt van de unit
scheidingsen veiligheidsschakelaars van de juiste
afmetingen zijn geïnstalleerd.
•
De inrichtingen voor het afsluiten van het
voedingsnet moeten complete afsluiting mogelijk
maken in de omstandigheden van
overspanningscategorie III.
VOORZICHTIG
•
Sluit de aansluitkabel op de juiste manier aan. Als de
aansluitkabel op een verkeerde manier is aangesloten,
kunnen er elektrische onderdelen beschadigd raken.
•
De aansluiting op het voedingsnet is van het type Y.
De kabel mag dus alleen worden vervangen door de
technische dienst, om ieder risico te voorkomen.
•
Gebruik de aangegeven kabels voor de bedrading en
sluit ze goed aan op de klemmen.
84
WAARSCHUWING
•
Zorg ervoor dat er aarding is; een ongeschikte aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
•
Sluit geen aardleidingen aan op gasleidingen,
waterleidingen, bliksemafleiders of aardleidingen voor
telefoonkabels.
GEVAAR:
Pas deze unit niet aan door beschermingen te verwijderen
of door de veiligheidsschakelaars te bypassen.
Neem contact op met de erkende hulpdienst als zich
een van de volgende situaties voordoet:
•
Hete of beschadigde voedingskabel;
•
Ongewoon geluid tijdens de werking;
•
De beschermingsinrichtingen worden vaak
ingeschakeld;
•
Ongewone geur (zoals een brandlucht).
2.5 - Reparaties en onderhoud
VOORZICHTIG
•
Zorg ervoor dat er geschikte persoonlijke
beschermingsmiddelen worden gebruikt
•
Buitengewoon onderhoud moet worden uitgevoerd
door speciaal opgeleid personeel.
Sluit de hoofdtoevoerleiding af voordat u onderhoud
uitvoert en voordat u aan interne delen van de unit
komt.
VOORZICHTIG
•
Deze apparatuur bevat koudemiddel dat op een juiste
manier moet worden afgevoerd.
•
Als de levenscyclus van de unit afgelopen is, moet u
de unit op de juiste manier als afval afvoeren.
•
De unit moet naar een geschikt inzamelcentrum
worden gebracht of naar de winkelier waar u de
originele apparatuur hebt gekocht voor een
milieuvriendelijke verwerking.