Testen
1.
Controleer of de stroom van het systeem is
uitgeschakeld. Controleer de snaarspanning
(Figuur B op de volgende pagina). Draai de
pomp en luister of er enig geluid is dat kan
duiden op versleten lagers of onbalans in de
schoepwielen. Controleer of inlaat en uitlaat
zijn aangesloten. Controleer tevens of de on-
derdrukklep is aangesloten.
2. Monteer de geluiddempende panelen van de
omkasting. Controleer of niemand gewond kan
raken wanneer de pomp wordt aangezet en
dat alle openingen zijn afgesloten.
3. Sluit een gekalibreerde manometer voor
onderdrukken tot minimaal -50 kPa aan op de
inlaat zo dicht mogelijk bij de pomp.
4. Schakel de pomp aan en luister oplettend of u
een van de volgende geluiden hoort:
Service
De pomp moet minimaal twee maal per jaar wor-
den geïnspecteerd en worden gesmeerd volgens
de intervallen.
1.
Schakel de pomp aan en luister naar ong-
ewone geluiden. Wanneer alle aansluitingen
gesloten zijn, zal een sissend geluid worden
gehoord, welke wordt veroorzaakt door de
onderdrukklep.
2. Schakel de pomp uit en vergrendel de
werkschakelaar.
3. Verwijder de geluiddempende panelen van de
omkasting.
4. Controleer of de stroom van het systeem is
uitgeschakeld. Controleer de snaarspanning
(fi g). Draai de pomp en luister of er enig geluid
is dat kan duiden op versleten lagers of onba-
lans in de schoepwielen.
5. Controleer de spanning en de conditie van
de aandrijfsnaren. De aandrijfsnaren vormen
een paar, zodat nooit een oude en nieuwe
aandrijfsnaar samen moeten worden gebruikt.
Daarom is het van belang altijd beide snaren
te verwisselen, nooit één. (A).
Verwisselen van de snaren
-
Til de motormontageplaat op met de moer (1);
Een hoog huilend geluid van de schoepwielen
is normaal. Wanneer koellucht wordt aangezo-
gen is een sissend geluid hoorbaar.
5. Meet de onderdruk. Vergelijk deze met de
corresponderende waarde uit de grafi ek. De
onderdruk kan worden ingesteld met de on-
derdrukklep. Zie pagina 33 – Instellen van de
onderdrukklep.
6. Controleer de werking en montage van het
aangesloten leidingwerk.
7.
Open het aantal aansluitingen waarvoor het
systeem is ontworpen. De onderdrukklep moet
nu volledig gesloten zijn.
8. Het is normaal dat de pomp heet wordt tijdens
bedrijf.
-
Verwissel de snaren.
-
Trek de snaren aan met de moer (2) en pas de
spanning in de snaren aan, zoals wordt eïllus-
treerd (B).
TPR 50, 30 kW - 33
Part No 9050-A