Alvorens de stekker van de voedingskabel te
vervangen, ervoor zorgen dat de aardingsdraad
verbonden is. Bij twijfel een gekwalificeerde
elektricien roepen en de aarding laten controleren.
Alle risico's op elektrische ontladingen
vermijden. De compressor nooit
gebruiken met een beschadigde
elektrische kabel of verlengsnoer.
Regelmatig de elektrische kabels
controleren. De compressor nooit
gebruiken in of dichtbij water of in de
nabijheid van een gevaarlijke omgeving
waar elektrische ontladingen kunnen
voorkomen.
Voeding
• D e compressor is uitgerust met een geaard
netsnoer. Deze kan worden aangesloten op
elk 230V~/50Hz geaard stopcontact dat is
gezekerd met een 16A zekering.
• L ange voedingskabels, verlengsnoeren,
haspels etc. kunnen de spanning verlagen
en het opstarten van de motor belemmeren.
gebruik geen stroomkabels langer dan 10m.
Ferm adviseert om in dergelijke gevallen een
langere luchtslang te gebruiken.
• H et starten van de motor kan moeilijker zijn bij
temperaturen onder 0°C.
3. GEBRuIK
Alleen voor doe-het-zelf doeleinden.
het apparaat aansluiten
Fig A
• O pen het zwarte deksel en verwijder het
netsnoer (4), de luchtslang (5) en de benodigde
accessoires uit het accessoires compartiment
(1).
• Z et de AAN/UIT-schakelaar (3) in de 'O' positie
(uitgeschakeld).
• S teek het netsnoer (4) in een stopcontact.
Controleer voordat u het apparaat gebruikt dat
de spanning van het stopcontact overeenkomt
met de specificaties op het typeplaatje. Lange
netsnoeren, verlengsnoeren, kabelhaspels etc.
16
kunnen de spanning verlagen wat het starten van
de motor kan belemmeren.
Dit apparaat trilt tijdens gebruik. Plaats
het apparaat tijdens gebruik altijd
achterwaarts op de rubberen voeten.
Aan/uit-schakelaar (3)
Fig A
• Z et de AAN/UIT-schakelaar (3) in de 'I' positie
om het apparaat in te schakelen.
• Z et de AAN/UIT-schakelaar (3) in de 'O' positie
om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat is niet ontworpen voor
doorlopend gebruik. Om te voorkomen
dat de motor oververhit raakt, mag het
apparaat alleen als volgt gebruikt
worden: Binnen een periode van 10
minuten mag het apparaat slecht 15%
(1,5 min) van de periode gebruikt worden.
Tijdens de rest van de periode (8,5
minuten) moet het apparaat afkoelen.
het luchtpistool (6) aansluiten
Fig A + B
• S teek de connector (6e) van het luchtpistool (6)
in de snelkoppeling (5a) van de luchtslang. De
connector klikt tijdens het drukken stevig vast
en vergrendeld het luchtpistool.
het luchtpistool (6) verwijderen
Fig A + B
• T rek de koppeling van de snelkoppeling naar
achteren en verwijder het luchtpistool.
Let op dat u tijdens het loslaten van de
snelkoppeling de koppeling vasthoud om
uzelf te beschermen tegen letsel
veroorzaakt door de terugverende slang.
het luchtpistool gebruiken als uitblaaspistool
Fig A + B + C
Op deze manier kan het luchtpistool gebruikt
worden voor verschillende reinigingsdoeleinden
en het reinigen van moeilijk bereikbare plaatsen.
De trekker (6f) op het luchtpistool zorgt voor
nauwkeurige dosering van het luchtvolume.
• D raai de slang(6c) uit het luchtpistool (6)
• V ervang het met het verlengstuk (7).