e) Fotomodus selecteren en instellen
Voor het gebruik van de bewakingscamera kan worden gekozen of foto's of video's worden opgeslagen als
de bewegingsmelder een warmteverandering in het bewakingsbereik herkent.
Let op:
Tijdens de opname is de instelling niet mogelijk.
• Druk kort op de toets „M" (9), linksboven op het scherm knippert het camerasymbool.
• Druk kort op de toets „5" (12) ter bevestiging.
• Stel met de toetsen „8" (10) en „2" (11) in hoeveel beelden moeten worden opgeslagen wanneer de
bewegingsmelder een warmteverandering in het bewakingsbereik herkent.
U kunt 1 tot 9 foto's instellen.
Camerasymbool knippert: 1 foto
Camerasymbool met „2P" knippert: 2 foto's
Een getal (03....09) rechtsonder op het scherm knippert: 3.....9 foto's
• Druk kort op de toets „5" (12) ter bevestiging.
• In het midden van het scherm knippert nu het symbool voor de fotoresolutie.
Hoge resolutie (12 megapixels, 4000 x 3000 pixels)
Normale resolutie (1,3 megapixels, 1280 x 1024 pixels)
• Druk kort op de toets „5" (12) zodat de instelmodus wordt gestart.
• Kies met de toetsen „8" (10) of „2" (11) de gewenste resolutie.
• Druk kort op de toets „5" (12) ter bevestiging.
• Druk kort op de toets „M" (9) en de instelmodus wordt verlaten.
82