!
Richt de camera en draai de zijdelingse vastzetschroef aan de houder van
de driehoekmoer [16] en de vastzetschroef [17] vast.
!
Draai de antenne [15] naar de antennebus [7].
!
Verbind de kleine spanningsstekker van de nettransformator [19] met de
bedrijfsspanningsbus [5] van de camera.
!
Steek de nettransformator in een geschikt stopcontact.
!
De POWER LED [9] begint rood te branden.
9. Aansluiting van de monitor
!
Klap de opsteller [26] uit, om de monitor op een vlakke ondergrond op te
stellen.
!
Als u de monitor op een verticale wand wilt monteren, fixeert u de
wandhouder [32] met de 4 schroeven [31] door de fixeergaten [33]. Hang
nu de monitor met behulp van de ophanggaten [25] op de ophang [34].
!
Klap de antenne [24] naar boven.
!
Verbind de kleinspanningsstekker van de nettransformator [37] met de
aansluiting van de nettransformator [29] van de monitor.
!
Steek de nettransformator in een geschikt stopcontact.
!
Als u het audio/videosignaal op een andere monitor, tv-toestel of recorder
wilt overbrengen, verbind dan het betreffende toestel via de AV/cinchkabel
[35] met de audio/video-uitgang [27] van de monitor (zie afb. E).
Verbind daarbij de gele stekker met de corresponderende videobus en de
witte stekker met de corresponderende audiobus. Gebruik bij BNC-video-
ingangen geschikte cinch/BNC-adapters.
Ter vermijding van vervormingen of verkeerde aanpassingen, die tot
beschadiging van het apparaat kunnen leiden, mag de audio-
aansluitstekker (wit) alleen met een audio-cinch-bus worden verbonden.
De video-aansluitstekker (geel) mag alleen met een video-bus worden
verbonden. Als u twijfelt over de precieze aansluiting, vraag dan advies
aan een deskundige.
Gebruik voor het verlengen van de verbindingskabel alleen hiervoor een
verlengsnoer 3,5mm stereo (zie hoofdstuk 16) of geschikte beschermde
cinch- of coaxiaal-kabels (RG59). Bij gebruik van andere kabels kunnen
storingen optreden. Houd de lengte van de kabel zo kort mogelijk.
9.1 USB-aansluiting
Zie afbeelding E
!
Scheid de A/V-cinchkabel [35] de monitor.
!
Verbind de kleinspanningsstekker van de nettransformator [37] met de
aansluiting van de nettransformator [29] van de monitor.
!
Steek de nettransformator in een geschikt stopcontact.
!
Verbind de USB-aansluiting [28] van de monitor door de USB-kabel [36]
met een USB-ingang aan de pc (directe aansluiting, niet via USB-slag).
28 - NL
10. Ingebruikneming
!
Na de aansluiting op de stroomvoorziening is de camera in bedrijf.
!
Houd de aan/uit-knop [52] aan de monitor circa 3 seconden ingedrukt.
!
De antennes [15, 24] kunnen juist worden ingesteld, om een zo goed
mogelijke overdraagkwaliteit te waarborgen. Draai ze s.v.p. voorzichtig
zo, dat ze verticaal omhoog staan.
!
Om de monitor uit te schakelen houdt u de aan/uit-knop [52] circa 3
seconden ingedrukt
!
Trek de folie van de batterijdoos van het verre onderhoud om de batterij
aan te sluiten die reeds in het werk wordt gebruikt.
11. Basisfuncties
11.1 Radioverbinding
Maximaal 4 radiocamera's kunnen aan de monitor worden ontvangen. Vanaf
de fabriek is de camera in de set op kanaal 1 ingesteld. Als een verbinding
tussen camera en monitor werd opgebouwd, begint de verbindings-LED [12]
aan de camera groen te branden en verschijnt het camerabeeld op de monitor.
Boven op het beeldscherm verschijnt het nummer van het ontvangen kanaal.
Als een verbinding wordt opgebouwd, licht de verbindings-LED [12] op de
camera niet op. Op het beeldscherm verschijnt de aanduiding "NO SIGNAL". In
dit geval zoekt u door herhaald drukken op de knop [43, 53] het camerabeeld
op een ander kanaal. Als daardoor geen beeld wordt gevonden, vermindert u
de afstand tussen camera en ontvanger. Verschijnt er nog steeds geen beeld,
dan moeten camera en ontvanger opnieuw op elkaar worden afgesteld (zie
hoofdstuk 12.4).
11.2 Signaal-ontvangststerkte
Boven links op het beeldscherm verschijnen een antennesymbool en maximaal
vier verticale balken die de ontvangstkwaliteit laten zien (zie tabel).
Signaal
Aantal
Aantal data
van de
in kB/s
getoonde
balken
Optimaal
4
1062 ~ 1280
Goed
3
725 ~ 1062
Normaal
2
543 ~ 725
Slecht
1
250 ~ 543
Geen signaal
0
0 ~ 250
* de VGA beeldfrequentie wordt bereikt, als u zich in de normale kijkmodus bevindt
** de QVGA beeldfrequentie wordt bereikt, als u zich in de zoom-modus bevindt
11.3 zoomfunctie
!
Druk op de knop "zoom" [44] om van de normale stand naar de
zoomstand over te schakelen. In de zoomstand verschijnt "zoom" boven
op het beeldscherm. De zoomstand toont een fragment van het
beeldmidden. Het zooom-beeldvlak is een kwart van het totale vlak, de
oplossing is dus ook een kwart (QVGA). Dit betekent dat het zoombeeld
onscherp werkt, vooral als het op een groot beeldscherm wordt bekeken.
De beeldfrequentie is overigens hoger. Bewegingen in het beeld lijken
vloeiender (zie tabel, hoofdstuk 11.2).
!
In de zoomstand kunt u het fragment op het beeld navigeren. Druk
hiervoor op de richtingknoppen [45-48].
VGA*
QVGA**
beeldfrequentie
beeldfrequentie
(beelden per
(beelden per
seconde)
seconde)
5 ~ 10
15 ~ 30
3 ~ 5
12 ~ 20
2 ~ 4
8 ~ 15
0 ~ 1
0 ~ 4
0
0